Op Porto Santo een paar dagen geluierd en een beetje in zee gezwommen. Op de steiger kennis gemaakt met diverse andere oceaanzwervers, onder andere met onze duitse buren Stefan en Angelika, die met een zelfgebouwd misbaksel genaamd de “Spokenkieker” (?) al een jaar of 8 heen en weer varen tussen Madeira, de Azoren en de Kanaries. Het is een stel overjarige hippies en alles gaat erg low-budget. Op 10 oktober varen we verder naar Madeira, het is maar een stukje van 35 mijl en aan het eind van de middag leggen we aan in de nieuwe marina genaamd “Quinta do Lorde” aan de oostkant van het eiland. De marina is onderdeel van een luxe resort met allerlei voorzieningen. Het is allemaal erg duur en er zijn weinig mensen. We betalen 40 euro per nacht en vertrekken daarom de volgende dag maar weer naar Funchal de hoofdstad van Madeira. Iedereen had ons gewaarschuwd dat Funchal erg vol zou zijn, maar als we ons voor de haven melden voor een ligplaats kunnen we gelijk naar binnen en krijgen een mooie plek aan de kade toegewezen. We meren af op mediterrane wijze, dat wil zeggen met de kont naar de steiger en het voorschip aan een mooring.We hebben veel bekijks want over de hooggelegen kade is het een grote parade van slecht geklede dagjesmensen en ander toeristenvolk. We verkennen Funchal en bekijken de beroemde botanische tuinen en de stijlvolle gebouwen en avenida’s van de stad. We drinken koffie op het gezellige terras van het Ritz hotel. Via de VVV komen we er achter dat er mooie wandelroutes over het eiland zijn uitgezet, vaak langs de “levada’s”, dat zijn oude smalle waterlopen vanaf de vochtige bergen naar de droge kustgebieden. Op 13 oktober nemen we samen met een Fins stel een taxi naar Ribeira Frio een berg op een hoogte van 1000 meter en lopen over een prachtig pad naar Portela, een wandeling van zo’n 13 kilometer met onderweg mooie vergezichten over de oceaan. In Portela drinken we een drankje en treffen de Finnen aan die voor ons uit gelopen zijn. We delen weer een taxi terug naar Funchal. Een paar dagen later maken we nog een wandeltocht, nu nemen we de kabelbaan vanuit Funchal naar Monte op zo’n 600 meter boven de zee en lopen vandaar via een steil en lastig pad weer naar beneden. Het laatste stuk dalen we via eindeloze trappen door de buitenwijken van Funchal naar de haven. De volgende dagen enige spierpijn in de kuiten. We genieten erg van ons luizeleven en na het eten gaan we vaak naar het terras van het Ritz hotel voor een nightcap. Er speelt daar iedere avond een goed bandje met een swingende zangeres. Ze spelen het klassieke reportoire met nummers als “Volare”, “Mary Lou”, “Yesterday” en “When the Saints” We drinken een glaasje “Madeira” en knabbelen aan een “Honeycake”. Een enkel enthousiast paar waagt zo nu een dansje en de sfeer is goed. Op 17 oktober is het weer tijd om te gaan en met weinig wind vertrekken we om 09.00 uur uit Funchal richting het kleine Kanarie eiland La Palma. De afstand is 250 mijl en die wordt geheel op de motor afgelegd. De wind die er is, is te zwak en/of soms tegen. Op 19 oktober komen om 19.30 uur nog net met daglicht aan in Santa Cruz de la Palma. La Palma is het op een na (Hierro) kleinste Kanarie eiland en is relatief erg groen. Het hoogste punt ligt op 2450 meter en hier hebben verschillende landen telescopen gebouwd ter bestudering van het heelal. Het uitzicht naar het heelal is hier uitzonderlijk helder vanwege het nagenoeg ontbreken van (licht)vervuiling van de atmosfeer. Met een huurauto beklimmen we de Pico de la Cruz en op de top kijken we over de rand in de enorme vulkaankrater, indrukwekkend ! We bewonderen de telescopen en rollen weer naar beneden. We maken een rondrit over het noordelijk deel van het eiland en ik krijg dikke armen van de honderden haarspeldbochten. De volgende ochtend zijn we vroeg op pad naar een strandje waar we gaan snorkelen. We hebben allebei zwemvliezen en een duikbril met snorkel en steken onze kop onder water. Zo drijven we langs de rotsen en zien fantastisch gekleurde vissen en planten. De vissen zijn totaal niet bang van ons en wij ook niet van hen. We kunnen niet te lang blijven want om 12.00 uur moet de huurauto weer worden ingeleverd, en we willen nog langs de Lidl voor wat goedkope boodschappen. Op 23 oktober vertrekken we om 20.00 uur ’s avonds naar La Gomera. Het is wederom nagenoeg windstil en met een halve maan varen we over rimpelloos water zo nu en dan vergezeld van wat nieuwsgierige dolfijnen. Het is maar 50 mijl en we arriveren de volgende morgen om 09.00 uur in de haven van San Sebastian de la Gomera. De marina is een beetje rommelig met veel zogenaamde “live-aboards” maar het is niet ongezellig en het ligt vlakbij het centrum van de stad met leuke restaurantjes en terrasjes met wifi. Ook hier huren we weer een auto en rijden het eiland rond, zoals op alle Kanaries is ook hier het noordwesten weer groen en vochtig en het zuidoosten kaal en droog. Onderweg drinken we koffie bij een prachtige golfclub (greenfee 100 Euro) met uitzicht over de oceaan. In de loop van de middag stoppen we in een afgelegen dorpje genaamd Valle Hermoso en drinken daar een glaasje op een terras. In de dagen daarna maken we twee keer een prachtige wandeling. We nemen daarvoor de bus en laten ons op een meestal hoog punt afzetten om dan door de bossen naar zeenivo weer af te dalen. Op andere dagen gaan we snorkelen en soms doen we helemaal niks behalve lezen en luieren. Tijdens ons verblijf op La Gomera waait het iedere dag nogal hard, soms zelfs zo hard dat we niet buiten kunnen zitten. Een van de redenen kan zijn dat de haven vlak achter een fikse berg ligt en dat er periodiek gigantische valwinden van die berg af lazeren. De hele boot zit onder een fijn soort zwart vulkanisch stof dat door de wind wordt aangevoerd. Op zaterdag 2 november lijkt de wind wat te bedaren en besluiten we te vertrekken richting Tenerife. Als we uitvaren is er bijna geen wind en blijft de motor bij, maar na een halve mijl begint het ineens te waaien. In een mum van tijd staan er fikse witte koppen en waait het windkracht 7. Ik heb teveel zeil opstaan en de autohelm kan het niet meer aan. Ik rol de fok voor een deel op en ga met de hand sturen, we lopen meer dan 8 knopen door het water. Elisabeth is “not amused”. Na een paar uur komen we onder de hoge wal van Tenerife en worden wind en zeegang wat minder. Ik zet toch maar een rif in het grootzeil want we moeten nog rond de zuidkaap van het eiland en daar waait het altijd zeggen ze. Als we daar aankomen is de wind echter verdwenen, maar staat er nog wel een irritante deining die van alle kanten lijkt te komen. Met de motor nagenoeg vol vooruit loopt de snelheid soms terug naar 1,5 knoop. Na deze afwisselende tocht komen we om 17.00 uur aan in de San Miguel marina aan de zuidoost kant van Tenerife. We krijgen de laatste vrije box van de haven en als we vast liggen genieten we terdege van ons aankomstbiertje. De volgende dag blijkt dat haven naast een golfbaan is gelegen en we besluiten derhalve om een balletje te gaan slaan. Elisabeth heeft veel talent en slaat zelfs een par op de laatste hole. We maken reservering voor een huurauto maar als we die willen ophalen blijkt hij niet beschikbaar te zijn. De juffrouw verexcuseert zich maar heeft geen auto. Ook bij andere verhuurders is op korte termijn niets te regelen. Jammer, we hadden naar de “Teide” gewild, de dominante hoge vulkaan op het midden van het eiland. Met een hoogte van ruim 3700 meter is dit de hoogste berg van Spanje met eeuwige sneeuw op de top. Je kunt met de auto bijna naar de top, het laatste stuk gaat er een kabelbaan. Dus niet voor ons ! Aan de hand van de weersvoorspelling besluiten we dat donderdag 7 november een goede dag is voor de oversteek naar Gran Canaria. De trip naar Puerto Mogan is bijna 50 mijl en we vertrekken daarom om 07.00 uur, vooralsnog met niet veel wind. Maar zoals met de vorige oversteek gebeurt ook die dag, als je eenmaal los bent van het eiland begint het te waaien, je komt in een soort wind versnelling terecht die tussen de hoge eilanden ontstaat. We zijn nu goed voorbereid en met een rif in het grootzeil en een deels opgerolde genua is het goed te doen. We moeten wel goed hoogte houden om Mogan te kunnen aanlopen. Ik stuur weer met de hand en verander langzaam in een zoutpilaar vanwege het overkomende buiswater. Bij de oostkaap van het eiland waait het weer kracht 7/8 maar met een knik in de schoot is het nog net te doen. Dichterbij het eiland valt de wind weer weg en gaat de motor nog even bij. Om 17.00 uur vastgemaakt in de gezellige haven van Mogan aan de zuidwest kust van Gran Canaria. Elisabeth krijgt weer wat kleur en ook de eetlust is snel weer terug. We hebben gereserveerd en dat is maar goed ook want de haven is nagenoeg vol en er liggen verschillende scheepjes voor anker te wachten op een plekje. Wij mogen voorlopig tot de 10enovember blijven, maar eigenlijk wil ik hier blijven tot de 28e om dan van hieruit de oceaanoversteek te beginnen. Maar daarover de volgende keer weer meer. Elisabeth vliegt helaas op de 20e november via Amsterdam terug naar de States en de nieuwe bemanningsleden Andrew en Wim komen aan op in Las Palmas op 27 november.
Tot zover,
Groeten Piet en Elisabeth ( blog: gonesailingbacksoon.tumblr.com )
Monte naar Funchal
Telescoop op La Palma
Krater La Palma
Zonsondergang La Gomera