woensdag 2 december 2015

15e etappe Tonga-Fiji-New Zealand


Op zondag 27 september ben ik al om 05.30 uur wakker, het is mijn vertrekdag naar Fiji. Het is nog donker als ik de mooring laat schieten, op de motor vaar ik tussen de slapende jachten door naar de uitgang van de baai. Ik heb bijna 3 weken aan een mooring gehangen en niemand is om geld komen vragen, en dan heb ik zoiets van bedankt, als je het niet komt halen, ik kom het ook niet brengen. 
(vroeger noemden we dat "beat the Ranger", maar dat is meer iets voor de ingewijden) 
Om 10.00 uur gaat de motor uit en kan er gezeild worden.  Om 18.00 uur heb ik het eten klaar en net op dat moment heb ik een flinke vis aan de haak. Met veel moeite krijg ik hem dichter bij het schip, het is een Mahi-Mahi van wel 2 meter lang en hij vecht voor zijn leven. Ik besluit eerst mijn maaltijd te nuttigen, alvorens hem aan boord te hijsen en te fileren. Maar na een minuut of tien weet hij zich te be vrijden van de haak en herovert hij de vrijheid. ik vind het niet zo erg want hij was veel te groot voor mij en ik zou meer als de helft hebben moeten weggooien, wat natuurlijk niet goed zou zijn. De nacht is erg onrustig eerst weinig wind daarna veel wind en stortregen, van slapen komt niet veel. Alle luiken dicht en maar hopen dat er geen schepen in de buurt zijn. De afstand naar Fiji bedraagt 450 mijl en de laatste 150 mijl gaan tussen de koraaleilanden door. Ik wil natuurlijk bij daglicht aankomen en moet op het laatst snelheid minderen om niet te vroeg aan te komen. Het lukt allemaal goed en op donderdag 1 oktober loop ik de baai van Suva binnen en maak ik om 09.30 uur vast aan een mooring van de Suva Yachtclub. Suva is de hoofdstad van Fiji, gelegen op het eiland Viti Levu. De gele Q-vlag nodigt de autoriteiten uit om aan boord te komen en mij in te klaren. Om 16.00 uur is alles geregeld en mag ik van boord, ik ben echter enigszins vermoeid van de reis en na een eenvoudige maaltijd en een paar drankjes is er niets beter dan vroeg naar de kooi voor een fantastische boeren(n)acht. De volgende morgen ga ik de wal op en introduceer mezelf bij de Yachtclub. Ik word tijdelijk lid en tegen een kleine vergoeding mag ik van alle faciliteiten gebruikmaken. Ik loop naar de stad en bij een ATM voorzie ik mezelf van de nodige lokale bankbiljetten. Ik voldoe mijn schulden bij de Health Office en de Bio Security en bezoek daarna een supermarkt voor de hoogstnodige aanvulling van de voorraden.
Op de enorme overdekte markt koop ik voor een habbekrats een rugzak vol met groente en fruit.
Terug bij de club kan ik gratis internetten en ontmoet ik verschillende cruisers. 's Avonds geniet ik van de vers ingekochte kippenlevers met ananas en uien, besprenkeld met een heerlijke rode wijn. 
De volgende ochtend bezoek ik een officiele Furuno-dealer en vraag of ze willen kijken naar mijn defekte radar. Op 6 oktober komen 2 man aan boord en klimt er een de mast in om te kijken wat er loos is. Hij maakt wat schoon en rommelt wat met de bedrading en warempel de radar werkt weer. ga met hen terug naar hun kantoor en reken af, de schade bedraagt 140 Euro. Als ik terug aan boord kom en even wil kontroleren of de radar nog steeds werkt blijkt het al weer afgelopen te zijn, geen radarbeeld en alleen maar ringen. De volgende dag natuurlijk weer terug naar Furuno om mijn beklag te doen. Ze beloven terug te komen om nogmaals te kijken, en inderdaad de volgende ochtend zijn ze weer aan boord en van 9 tot 2 uur in de middag zijn ze bezig, echter zonder resultaat, hij doet het niet.
Ik geef het op en de mannen gaan terug, er worden geen verdere kosten in rekening gebracht. De volgende dagen besteed ik aan het onderhoud van mijn boot, lakwerk in het interieur, reinigen van het onderwaterschip en de waterlijn, nalopen van de winches, vervangen van diverse touwwerk, servicen van de motor en bijvullen van water, diesel en benzine. Tijdens het happy hour op de club ontmoet ik verschillende aardige cruisers. Onder andere een Schots echtpaar,  Andy en Karry die met hun 2 kinderen op weg zijn naar Tasmanie om daar een nieuw leven te beginnen. Andy is kaakchirurg en heeft zich al ingekocht in een nieuwe praktijk in Hobart. Karry is een prachtige vrouw, een unieke kombinatie van sportief, slim en goodlooking, type Henriette Helleman (dit opnieuw voor de ingewijden)
Het begint weer eens tijd te worden om aan vertrekken te denken. Via internet bekijk ik dagelijks de weers- en windverwachting voor de reis van Fiji naar Nieuw Zeeland. Een tocht van ongeveer 1100 mijl met aan het eind de overgang van de suptropen naar de gematigde breedtes, vergelijkbaar met een tocht van de Kanaries naar Noord-Spanje in het vroege voorjaar. Het is zaak om te kijken naar een "weather-window" met daarin maximaal 1 depressie, die je dan zo vroeg mogelijk moet laten passeren.  Maandag 19 oktober lijkt mij een geschikte vertrekdag. Ik klaar uit bij Customs en Immigration en voldoe het havengeld bij de Yachtclub. De laatste Fiji munten spendeer ik aan ijs en chocolade. Om 12.00 uur vertrek ik met een lopend windje en een wolkenloze hemel. Na een rustige nacht passeer ik om 08.00 uur de volgende morgen Cape Washington van Kadavu Island, maar dan is het gedaan met de wind en gaat de motor bij. Ik heb 280 liter diesel aan boord dus ik kan voorlopig vooruit. De volgende dagen is er meestal te weinig wind om te zeilen en blijf ik voortgang houden op de motor. Ik draai niet meer dan 1500 toeren per minuut en verbruik dan ongeveer 1 liter brandstof per uur met een gemiddelde snelheid van 3,5 knopen per uur. Op 22 oktober om 14.00 uur konstateer ik dat de motortemperatuur te hoog is en onmiddellijk stop ik de machine. Na inspektie blijkt de V-snaar van de koelwaterpomp te zijn gebroken, vandaar dat de temperatuur was opgelopen. Ik konstateer geen verdere schade en vervang de V-snaar en tevens de impellor van de pomp, waarna de motor weer bijgezet wordt. Ik zie wel dat de koelwaterpomp zeewater lekt en moet regelmatig de bilge leeg pompen om niet te zinken. Ik denk dat de lagers van de pomp naar de galemiezen zijn en ik heb geen reserve lagers aan boord. Ik moet dan nog 750 mijl naar mijn bestemming dus ik besluit de motor te ontzien en zoveel mogelijk te zeilen en desnoods te gaan dobberen. De dagen kruipen voorbij en de wind laat het meestal afweten. Als er al wind is komt hij meest uit het zuiden. Met een beetje zeegang en wind tegen kan ik zonder motor niet meer dan 65 graden aan de wind varen wat niet echt opschiet.
Op 27 oktober begint het eindelijk weer wat te waaien, ik heb dan nog 500 mijl te gaan. Op 28 oktober is het weer op, dan toch maar weer de motor bij, elk uur de bilge leeg pompen, ik schrijf het aantal slagen op en merk dat de lekkage toeneemt. Op 29 oktober draait de wind naar noordwest en neemt toe tot Bft 7. Er loopt een zware zeegang uit het westen. Met 2 reven en een kleine genua blijf ik snelheid houden, ik verblijf voornamelijk onderdeks en probeer wat te slapen, Die nacht neemt de wind nog verder toe tot Bft 8 en schat ik de golfhoogte op 6 meter. Zo nu en dan "vast water" over het hele schip. Bij een onverhoedse beweging van de boot stuiter ik door de kajuit en bezeer ik mijn bovenbeen. ik kan maar het beste in de lijwaartse kooi gaan liggen om een beetje te ontspannen. De windvaan houdt zich geweldig en Suluk kraakt en kreunt, maar geeft geen krimp. Zo nu en dan steek ik mijn hoofd door het luik om uit te kijken naar andere schepen, maar het zicht is beperkt net als mijn ogen, dus ik kan niet anders doen dan hopen op een goede afloop. Ik maak natuurlijk wel goede voortgang in een min of meer goede richting. Op zaterdag 31 oktober  neemt de wind wat af en kan ik ontreven, dan nog 175 mijl te gaan. Het is inmiddels flink afgekoeld en ik ga op zoek naar een lange broek en een trui. Iedere morgen om 07.00 uur luister ik via mijn Grundig wereldontvanger naar Gulf Harbour Radio, frequentie 8742 kHz waar David en Patricia de cruisers op weg van Fiji/Tonga naar New Zealand van weersinformatie voorzien. Ik kan alleen ontvangen en niet zenden, maar de informatie is waardevol en helpt bij het bepalen van de juiste route naar Opua, mijn voorlopige bestemming. David waarschuwt voor een nieuwe depressie op dinsdag 3 november, dus als de wind weer afneemt en naar het zuiden draait gaat toch de motor weer bij, van nu af aan is het pompen of verzuipen. De zeegang komt van alle kanten en is niet gunstig voor de snelheid. De wind blijft uit het zuiden waaien, het zijn lastige laatste loodjes, die zoals bekend zwaar wegen. De lekkage van de koelwaterpomp neemt als maar toe en ik moet bijna om het half uur de bilge leeg pompen. Op 2 november om 12.00 uur heb ik nog 50 mijl te gaan naar Opua, dat gaat hem niet worden voor donker. Om 15.00 uur zet ik de motor af en laat de boot drijven, het is mooi weer en ik probeer maar wat te slapen. In de vroege ochtend vaar ik de Bay of Islands binnen, het is echt koud en via de marifoon maak ik kontakt met de Port Control, ze verwijzen me naar het Quarantaine Dock in Opua alwaar de inklaring zal geschieden.
Als ik binnenvaar word ik verwelkomd door Andrea en Ludger van de "Green Duck" die een 
paar uur eerder zijn binnengelopen. Ik ken hen van eerdere ontmoetingen op Samoa en Tonga. Om 07.30 uur maak ik vast na een tocht van bijna 15 dagen. Ik kan bijna niet geloven dat ik er ben. Mijn droom is uitgekomen, ik ben met de Suluk naar Nieuw Zeeland gezeild ! Ik ben superblij en voel me geweldig, van vermoeidheid is geen sprake, ik word uitgenodigd voor het ontbijt aan boord van de Green Duck en we wisselen onze ervaringen uit, ook zij hebben het niet makkelijk gehad. Al snel komen de autoriteiten de steiger op en moet ik terug naar mijn boot voor de inklaring. Een en ander verloopt zonder problemen. Ik moet alleen wat knoflook en wat restanten witte kool afstaan, deze zouden de Nieuw Zeelandse agricultuur kunnen bedreigen ! Ik neem kontakt op met de marina en krijg een ligplaats voor 12 Euro per nacht. Ik ga toch maar een paar uurtjes slapen om weer een beetje in het ritme te geraken. In de namiddag meld ik me bij het havenkantoor voor registratie en de sleutel van de douche/wc ruimte, ze vragen naar mijn verzekering, die ik sinds Spanje niet meer heb. Een aansprakelijkheidsverzekering is hier verplicht voor een plek in de marina. Voor 50 NZ Dollar ( 30 Euro) 
koop ik een dergelijke verzekering voor 2 weken. De volgende dag huur ik een auto en samen met Andrea rijden we naar Whangarei en maak ik kontakt met de Riverside Drive Marina waar Karl Roberts de scepter zwaait. Ik vertel hem dat ik op maandag 9 november denk aan te komen en dan zo snel mogelijk de wal op wil. Dat wordt genoteerd en daarna gaan Andrea en ik naar het centrum van Whangarei voor een kop koffie. Het ziet er allemaal erg gezellig uit en ik verheug me erop om hier voor een aantal weken te zijn. We rijden terug naar Opua en genieten van een geweldige steak met frites en sla bij de Yachtclub. Andrea is een aardige vrouw maar niet helemaal mijn type, waarom zijn het toch altijd Duitse vrouwen die op mij vallen, nooit eens een leuke Schotse of een gezellige blonde Zweedse.
De volgende ochtend ga ik met Andrea boodschappen doen in Paihia, het dichtst bijzijnde dorpje met een supermarkt. We bezoeken ook de plaatselijke VVV waar een uiterst vriendelijke jongedame me van de nodige kaarten en brochures van Nieuw Zeeland voorziet. Terug in Opua knipt Andrea mijn haar en eten we nog een keer zo'n geweldige steak bij de Yachtclub. De volgende dagen besteed ik aan het onderhoud van de Suluk en op zondag 8 november vertrek ik in de morgen richting Whangarei.
Het is ongeveer 80 mijl en het weer ziet er goed uit. In de namiddag passeer ik Cape Brett en motorzeilend ga ik de nacht in. De koelwaterpomp heb ik in Opua laten repareren dus wat dat betreft geen zorgen meer. In de vroege ochtend vaar ik de Whangarei Harbour binnen en na een brugpassage
kom ik om 09.00 uur bij de Riverside Drive Marina aan. Karl Roberts wijst me een ligplaats en ik maak voor de laatste keer vast. Ik ben de hele nacht in touw geweest dus ga maar weer even liggen.
In de middag bel ik met Sam Cannel van Vining Shipbrokers voor een afspraak. De volgende dag geef ik hem opdracht de Suluk te verkopen, we besluiten de vraagprijs te bepalen op 96.000 NZ Dollars ongeveer 60.000 Euro. (Zie vinings.co.nz). Op 12 november ga ik uit het water en wordt het onderwaterschip afgespoten, de aangroei valt mee en de antifouling van Panama heeft zich goed gehouden, alleen op de waterlijn moet worden gepoetst. Op 13 november koop ik een oude Toyota Corolla van 1989 (!) met meer dan 315.000 kilometer op de teller voor 480 Euro, hij rijdt als een trein en ik ben er blij mee. Die avond eet ik met Fred van de Safina in een tentje op de kade in Whangarei. Fred is Amerikaanse Vietnam veteraan die ik leerde kennen in Bora Bora. Hij zeilde met zijn dochter van Panama naar Nieuw Zeeland, maar de dochter is in Fiji afgestapt. Hij is geen gemakkelijke man, dus ik kan me daar iets bij voorstellen. De volgende weken werk ik aan de boot, eerst het onderwaterschip, schuren waar nodig en dan het aanbrengen van een undercoat en vervolgens 2 lagen antifouling dat knapt al aardig op.
Daarna schoonmaken en schuren van de waterlijn, hier en daar vullen met epoxy  en dan de rode bies opnieuw aanbrengen, in verband met kleurverschil moet ik ook de rode bies onder de dekrand opnieuw schilderen. Daarna schuren, vullen en verven van de beschadigingen van de groene romp. 
En vervolgens polijsten en waxen van de nieuw aangebrachte verflagen, en tenslotte het schoonmaken en waxen van de gehele romp. Ongeveer de helft van mijn treadmaster aan dek is beschadigd en ik heb 6 nieuwe platen van 120 x 90 cm besteld in Engeland. Het verwijderen van het oude spul is het meeste werk. Van oude zeekaarten heb ik sjablonen gemaakt om de nieuwe platen uit te snijden en daarna lijm ik de nieuwe platen aan dek. Het ziet er geweldig uit. Daarna wordt ook het dek schoongemaakt en in de was gezet. In de kajuit schuur en lak ik het houtwerk. Ik repareer de kachel en het hele schip wordt uitgemest. Bij een groot warenhuis koop ik een tent, een brander, een koelbox,
en een nieuwe koekepan en op 10 december ben ik klaar om te vertrekken voor mijn zweftocht door Nieuw Zeeland. Ik heb voor 2 dagen een hotel geboekt in Auckland, de hoofdstad van Nieuw Zeeland.
Ik ben van plan per eind januari 2016 naar Australie te vliegen en daar mijn neef Adriaan en zijn zoon Martin op te zoeken. Daarna wil ik nog naar Tasmanie om daarna via de USA terug naar Holland te reizen. Denk eind april terug in Gouda te zijn. Dit is mijn laatste blogverhaal over mijn zeilreis naar Nieuw Zeeland. Misschien schrijf ik nog een verhaal over mijn rondreis Nieuw Zeeland-Australie-Tasmanie-USA-Holland.
So long Pieter

Een van mijn betere baksels.

Nog 50 mijl naar Nieuw Zeeland

Andrea in Opua

Onderweg van Opua naar Whangarei

Cape Brett

Treadmaster removed

Nieuw treadmaster

Suluk klaar voor de verkoop, links de Toyoto Corolla 1989

vrijdag 25 september 2015

14e etappe Bora Bora - Tonga


Op woensdag 29 juli 2015 vertrek ik van Bora Bora naar Suwarrow, een afstand van bijna 700 mijl op een koers van 280 graden. Elisabeth is helaas terug naar huis en dus ben ik weer een echte single-hander. Om 10.00 uur gooi ik los en wordt ik uitgezwaaid door de bemanning van de Axiom, het is mooi weer en met een zuidenwind van een knoop of 15 begin ik aan de reis. Ik stuur ten noorden van Maupiti, het laatste Genootschaps Eiland en gooi een vislijn overboord. Al na een paar uur heb ik beet en met enige moeite sleur ik een grote Mahi-Mahi uit het water. De Mahi-Mahi is ook bekend onder de naam Dorado of Dolphinfish en wordt door bijna iedereen beschouwd als de lekkerste oceaanvis. De mijne is ongeveer 1,5 meter lang (!) en waarschijnlijk zo'n 20 kilo zwaar. Ik ben geen echte visserman en het kost me enige moeite om het arme beest de keel door te snijden. Ik maak hem schoon en snij hem in moten; helaas moet ik de helft overboord zetten omdat mijn koelkastruimte beperkt is. De volgende vier dagen eet ik heerlijke Mahi-Mahi. Na twee dagen varen heb ik 250 mijl afgelegd met mooi weer. Maar dan kom ik in de Inter Tropical Conversion Zone (ITCZ) terecht, een zone met bewolking en regen die loopt van oostzuidoost naar westnoordwest ten zuiden van de evenaar met een onstabiel windpatroon. Deze ITCZ verplaatst zich zo nu en dan in een noord-zuid of zuid-noord richting. Deze zone vormt de overgang van de passatwind naar de doldrums die zich rond de evenaar bevinden. Het is lastig zeilen in deze zone, omdat zowel de richting als de kracht van de wind erg veranderlijk zijn. Het stortregent bijna 2 etmalen en omdat de wind vooral van achteren komt moet ik mijn kajuit afsluiten en verblijf ik voornamelijk onderdeks. Het zicht is zeer beperkt en zo nu en dan heb ik de radar bijstaan om te kijken of er andere schepen in de buurt zijn. De laatste nacht waait het zo hard dat ik het 2e rif moet zetten en het stagzeil weg moet halen, ook haal ik de boom uit de genua, we doen dan nog steeds meer dan 7 knopen !  Onderdeks is het vochtig en erg benauwd. Gelukkig klaart het de volgende ochtend op en neemt de wind wat af. Om 11.00 uur zie ik Suwarrow aan de horizon verschijnen, als ik wat dichterbij kom zie ik een viertal masten in de lagoon. Via de marifoon roep ik een van de schepen op en informeer naar de situatie op de ankerplaats en naar eventuele moeilijkheden bij het invaren van de passage. Er staat 4 mijl stroom tegen bij het invaren, dus de motor moet vol bij. Om 13.00 uur laat ik het anker vallen in 15 meter diep helderblauw water na een zeer snelle oversteek van bijna 700 mijl in 5 dagen. Er liggen inderdaad 4 schepen, 2 Hollanders, 1 Amerikaan en 1 Australier. Suwarrow is een onbewoonde atol en behoort tot de Cook Islands. Het is een beschermd eiland en er is een ranger gestationneerd die zorgt voor de in- en uitklaring en voor het toezicht op de handhaving van de regels. Die middag komt Yoshua langs om me uit te nodigen voor een potluck-barbeque op het strand vanaf een uur of vijf. Yoshua is een Hollandse jongen die samen met zijn Kaap-Verdiaanse vriendin de "Hope", een Rival 34,  bemant. Ik ben natuurlijk van de partij, een goede gelegenheid om kennis te maken met de andere cruisers van de ankerplaats.  Ik ontmoet Jan en Ankie van de Tinkerbel, Drew en Shelly van de Firefly en een leuk stel van de Miss B' Heaven. Iedereen heeft iets lekkers meegebracht en we maken een kampvuur op het strand. Harrie. de ranger is ook van de partij, hij heeft zelfs zijn gitaar meegebracht en we zingen songs van de sixties en de seventies onder het genot van een glaasje. Met enige moeite vind ik later die avond per dinghy mijn boot terug. De volgende dag komen meerdere schepen binnenvaren, waaronder de Axiom van Sebastian. Het waait nog steeds hard en ik lig met mijn achterschip nogal dicht bij een koraalhoofd, ik moet mijn ankerpositie goed in de gaten blijven houden. Ik ga inklaren bij Harrie de ranger; hij vertelt me over het eilandje en zijn bezoekers. Er komen per jaar zo'n 80 jachten langs in de periode van april tot oktober. Hij verwacht dit jaar minder bezoekers vanwege het El Nino jaar waar we nu officieel mee te maken hebben. De naam Suwarrow stamt van een van de eerste bezoekers van het eiland, een Russisch schip met dezelfde naam, die het eiland aan deed rond 1850. We mogen over het eiland zwerven en kokosnoten rapen zoveel we willen.
We mogen snorkelen en vissen waar we willen, maar geen schaaldieren vangen. Verder waarschuwt hij voor de vele haaien in de lagoon. Op 5 augustus hebben we opnieuw een strandbarbeque, er zijn inmiddels 11 schepen, waaronder 6 Hollanders en het wordt weer een gezellige avond. Jan van de Tinkerbel heeft problemen met zijn zelfstuurinrichting en ik bied aan te helpen. Hij heeft als back-up een windvaan (Bouwvaan) aan boord, maar heeft hem nog nooit echt gebruikt en heeft er weinig vertrouwen in. Hij monteert een en ander en de volgende dag maken we samen een proefvaart over de lagoon. Na wat geharrewar met de stuurlijntjes krijgen we hem aan de praat en opgelucht varen we terug naar de ankerplaats. Zondag 9 augustus is het weer tijd om naar zee te gaan. Met behulp van Sebastian krijg ik met veel moeite mijn anker aan boord. De elektrische ankerwinch is niet in orde en slaat iedere keer af, daar moet zo snel mogelijk naar gekeken worden in de volgende haven. Ik vertrek naar American Samoa, ook bekend als Pago Pago (spreek uit Pango Pango), of Eastern Samoa. (Net zoiets als "McGill, who called herself Lill, but everyone knew her as Nancy"). Het weer is prima en onder vol tuig vaar ik wederom naar het westen met een mooie noordoost Bft 5.  De afstand is 450 mijl. De eerste paar dagen gaat alles prima, maar dan valt 's nachts de wind helemaal weg en gaat de motor bij. Overdag is er zo nu en dan een windje maar de meeste tijd blijft de motor bijstaan. Die middag vang ik weer een Mahi-Mahi, deze is kleiner dan de vorige en past gelukkig helemaal in de ijskast. Ik maak van het rustige weer gebruik om een brood te bakken, de kwaliteit van mijn baksels wordt gaandeweg beter (en smakelijker). Op 12 augustus trekt de wind weer aan, om 12.00 uur heb ik nog 138 mijl te gaan dus een aankomst de volgende middag moet haalbaar zijn. Die middag gaat het steeds harder waaien, ik zet 2 reven en rol de genua deels weg. De snelheid neemt toe tot 6,5 knoop.
Die nacht passeer ik Olesega Island aan stuurboord en als het licht wordt zie ik Pago Pago aan de einder. Het waait en regent flink en het zicht is beperkt. Bij het binnenvaren van de baai in een onstuimige zee merk ik dat de motor niet wordt gekoeld (er komt geen koelwater uit de uitlaat), dus moet de motor uit en kan ik niet anders dan op het zeil naar binnenvaren. Zeilend bereik ik de ankerplaats en laat daar het anker vallen in 10 meter (smerig) water. Moe doch voldaan, om het cliche nog maar eens te gebruiken, trek ik mijn natte bende uit en gun mezelf een aankomstbiertje (alhoewel het nog lang geen vijf uur is !). Die middag ga ik inklaren en daarna voor het eerst sinds een paar weken weer eens internetten, ditmaal bij de McDonalds (!), ik ben tenslotte op Amerikaans grondgebied. De volgende morgen zie ik Sebastian met Axiom binnenkomen en bij een kop koffie praten we bij. We besluiten om de volgende dag per taxi onze voorraden aan te vullen bij de Amerikaanse supermarkt "Cost-U-Less". Dit blijkt een soort Makro te zijn met redelijke prijzen, maar met grote verpakkingen. Voor 500 USD kan ik er voorlopig weer tegen. De dag daarna gaan we met een heel stel aan de wandel. We beklimmen de hoogste berg van het eiland (1700 ft) en genieten van een fantastisch uitzicht over de ankerbaai. Gelukkig geen stieren op het pad ! 's Avonds zijn we met zijn allen te gast bij de Firefly van Drew en Shelly. De volgende dagen besteed aan klussen aan  boord, de was doen en internet. Samen met Sebastian demonteer ik de komplete ankerlier en kom er achter dat de lagers helemaal vastzitten. Een van deze is onherstelbaar versleten, de andere krijg ik weer aan de gang. Nieuwe lagers zijn hier niet te krijgen, dus rest mij niets anders dan de zaak zoveel mogelijk schoon te maken en te smeren en de lier weer in elkaar te zetten. Tot Nieuw Zeeland moet dat zo wel kunnen. Op woensdag 19 augustus ga ik weer uitklaren voor vertrek. De rekening valt behoorlijk tegen, 152 USD voor een weekje aan je eigen anker in een vieze winderige haven. Dat was in Frans Polynesie wel anders, maar ja, daar was het eten en de drank weer erg duur, dus niet zeuren en betalen.  Om 16.00 uur gaat het anker op, ditmaal zonder problemen dankzij de gereviseerde ankerlier, en ga ik het zeegat uit richting Western Samoa, een tochtje van slechts 80 mijl opnieuw naar het westen. Bij het uitvaren van de baai tegen een straffe zuidwesten wind stuit ik op een volgelopen "outriggercanoe" met een stel meisjes in het water, die kennelijk aan het oefenen waren voor een of andere race. Ze zijn te ver de zee op gegaan en de toenemende wind heeft hen in de problemen gebracht. Ze vragen me om Port Control te bellen en hun penibele situatie te rapporteren. Via de marifoon maak ik kontakt met Port Control en verzoek om hulp voor de dames. Ikzelf heb ook mijn handen vol aan de toenemende wind en met moeite blijf ik vrij van de riffen aan stuurboord van de "outward passage". In de avond neemt de wind wat af en ik heb een makkelijke oversteek naar Western Samoa. Van slapen komt niet veel vanwege de eilanden en de ondieptes. Om 09.00 uur kom ik aan in de ankerbaai bij het plaatsje Apia, de "hoofdstad" van Western Samoa. Ik ben inmiddels de officiele datumgrens gepasseerd wat betekent dat het ineens 21 augustus is geworden ! Dus van 19 in een keer naar 21 augustus, en dus 20 augustus (de verjaardag van zus Josine !) nooit meegemaakt. Een rare gewaarwording waar je lang over kunt nadenken en over kan fantaseren. Het betekent ook dat ik nu vanuit Nederland beschouwd de halve wereld ben rondgezeild, dus van 4 graden oosterlengte naar bijna 180 graden westerlengte, dus meer dan 20.000 km. Als ik nog maar nauwelijks voor anker lig komt een "Health Offical" langs met een vragenlijst over de gezondheid van schip en bemanning. De man reageert op mijn in het bakboordwant gehesen gele Q-vlag, die uitdrukking geeft aan mijn verlangen om in te klaren  en waarmee ik tevens verklaar dat alles aan boord gezond is. Port Control meldt later dat de autoriteiten van de Customs onderweg zijn en dat ze weldra aan boord zullen zijn. Ze worden even later per dinghy afgeleverd door een andere cruiser die net voor mij is aangekomen. Het aan boord klimmen van de twee mannen (?) heeft heel wat voeten in aarde; ze hebben strakke rokjes aan (lokale dracht) en ze wegen meer dan 150 kilo per stuk. Het invullen van de formulieren gaat vlot en de Q-vlag kan omlaag.
Dan volgt het verzoek of ik hen wil brengen naar de Axiom van Sebastian die ook net is aangekomen.
Met veel problemen laten ze zich zakken in mijn dinghy en met weinig vrijboord ploffen we naar de Axiom. De Axiom is een Baltic 42 en de opstap naar het dek is groter dan die van de Suluk. De lichtste van het stel weet zich met moeite aan boord te hijsen maar dan verliest de zwaarste zijn evenwicht en beland zo'n beetje bij mij op schoot. De dinghy staat bijna recht overeind en het water kolkt naar binnen via de achterkant, de motor is bijna onder water. Ik sta ogenblikkelijk op en geef de zwaargewicht een duw naar voren, waardoor het bootje weer een beetje horizontaal komt te liggen. 
Ik heb zeker 100 liter water geschept. Sebastian ligt in een deuk van het lachen en ik ben erg opgelucht als de dikzak aan boord van de Axiom is gehesen.  Later die middag nog papierwerk ingevuld bij de Immigration en de Quarantaine. De volgende dag de wal op en Apia verkend. Levendig stadje met veel kerken en winkels. Er zijn verschillende markten waar van alles word verhandeld, groente en fruit, vis, houtsnijwerk en andere vormen van kunstnijverheid. Er heerst een ontspannen sfeer en de mensen zijn erg aardig. In een internetcafe bekijk ik de mail en het weer en bij de VVV haal ik brochures en kaarten van het eiland. Sebastian heeft problemen met zowel zijn inboard-, als met zijn outboardmotor, dus doe ik het nodige taxiwerk voor hem en zijn bemanning. Ritjes van en naar het dinghydock in de marina. Op 25 augustus gaan we naar een show in het "Cultural Village" van Apia.
Het Cultural Village is een soort openluchtmuseum waar de oude cultuur van het eiland wordt getoond.
De oude cultuur wordt hier de Fa'a Samoa (the Samoan Way) genoemd. De show begint met de Ava Ceremony, een welkomstritueel waarbij cocosmelk wordt gedronken, daarna volgt een optreden van een zang- en dansgroep met muzikale ondersteuning, er wordt traditioneel gekookt in een Umu, een aarden oven en iedereen krijgt een heerlijke maaltijd bestaande uit vis, taro (een soort spinazie), palusami (coconut cream), brood en bananen. Daarna volgt een demonstratie van Tapa, het bedrukken van de geprepareerde bast van de Mulberry boom, de tapa werd gebruikt als kleding maar ook als vorm van geld. Als souvenir koop ik een tapa, ook wel siapo genoemd. Vervolgens een demonstratie van Tatau, het aanbrengen van de traditionele tattoeage, die bijna het gehele lichaam bedekt. Ze beweren dat de tattoeage zijn oorsprong vindt in Samoa. Het aanbrengen gebeurt in sessies van 3 uur en soms worden wel 16 van deze sessies gebruikt om de hele tattoeage aan te brengen. Er zijn vrouwen die manden en tassen maken van palmbladeren, en er zijn mannen die houtsnijwerk maken van teakhout, ook daar koop ik een voorbeeld van. Al met al een interessante dag en een goede kennismaking met de Fa'a Samoa. De volgende dag huur ik samen de bemanning van de Axiom een auto en verkennen we Western Samoa. We zien verschillende indrukwekkkende natuurverschijnselen van dit vulkanische eiland, zoals watervallen, zoetwaterbronnen, regenwouden, en hebben onderweg een heerlijke lunch aan een droomachtig palmenstrand. Op 28 augustus begint het weer een beetje te kriebelen en ga ik alvast uitklaren bij de Immigration en de Customs, en op 30 augustus vertrek ik naar mijn eerste Tonga eilandje, genaamd Niuatoputapu, door sommige Amerikaanse cruisers gemakzuchtig verbasterd tot "New Potatoe". Het is 180 mijl naar het zuidwesten, en ik vertrek om 18.00 uur, omdat ik wil proberen in anderhalve dag die afstand te overbruggen. Bij het vertrek waait het niet hard genoeg naar mijn zin en op de motor tuf ik onder het eiland uit. Om middernacht vaar ik tussen 2 kleine eilanden de Pacific op en neemt de wind toe tot Bft 6/7.  Zet gelijk het 2e rif en haal de stagfok weg; de genua wordt een end opgerold. We doen 6 knopen. Voor het eerst sinds mensenheugenis moet ik weer eens aan de wind varen, dat is wel weer even wennen. De herrie benedendeks maakt het slapen onmogelijk. zo nu en dan slaat een golf over het hele schip en alle luiken moeten dicht. De volgende ochtend ruimt de wind wat en kan ik iets lager sturen, daardoor neemt de snelheid toe en dreig ik te vroeg (in het donker) aan te komen.  Daarom ga ik de volgende nacht een paar uur bijliggen (een methode om de snelheid uit de boot te halen) met de genua bak
getrokken en het roer over een boord vastgezet. Om 07.00 uur ga ik de nauwe en slecht gemarkeerde 
passage door en om 08.00 uur valt het anker. Tot mijn grote genoegen zie ik Seakey liggen en ook de Firefly is er, dat wordt vast weer gezellig. Even na mij loopt ook de Axiom binnen. Al snel komen Rick en Lara (Seakey) aan boord om bij te praten, heb hen voor het laatst gezien op Huahine eind juni.
Zij zijn via de Cook Eillanden, Palmerston, Nue en Vavau naar New Potatoe gevaren, een meer zuidelijke route. Ook Sebastian komt aan boord en wij vinden wel dat we een aankomstbiertje verdiend hebben. Overdag een aantal uren slaap ingehaald en 's avonds met nagenoeg alle ankeraars bij de Seakey aan boord geborreld  en gegeten. Erg gezellig en veel verhalen, onder andere over een drama dat zich de vorige dag op de ankerplaats had voorgedaan en waar iedereen bij betrokken was geraakt. Wat was er gebeurd: een Filippijnse vrouw was na een echtelijke ruzie gevlucht naar de Seakey, maar haar paspoort was nog op de boot van haar man. Rick is nogal een kordate vent en ging wel even dat paspoort opeisen. Ook de politie van het eiland werd ingeschakeld. Na een hele dag van praten, duwen en trekken kwam het paspoort boven water en vertrok de Seakey naar Samoa met Rick en 2 Filippijnse vrouwen. Vanwege te harde wind uit de verkeerde richting moesten ze na 2 uur terugkeren.
Die nacht maakte de gevluchte vrouw het weer goed met haar man en keerde terug bij hem aan boord, iedereen in verwarring achterlatend vertrokken ze in de ochtend, naar Fiji. Peyton Place op de ankerplaats. De volgende dag zonder problemen ingeklaard en 's avonds te gast van Drew en Shelly van de Firefly, heerlijk gegeten en hun foto's en video's bewonderd. Op 3 september heeft Sia de lokale "godmother" van alle cruisers samen met haar man Nico een "pig-roast" georganiseerd op een kleine motu vlakbij de ankerplaats. Het eiland wordt bewoond door een grote groep wilde varkens en zo nu en dan wordt er een geconsumeerd. Voor 50 USD heeft Sia gezorgd voor 2 kleine zwijntjes die aan het spit boven een houtvuur worden geroosterd. We zijn met 5 boten en iedereen heeft iets meegebracht als aanvulling op het varkensvlees. Ik heb gezorgd voor een flinke pan sate-saus die erg in de smaak valt. Verder is er natuurlijk wijn, bier en kokosmelk voor iedereen. Het is zeer genoeglijk en 
het eten is fantastisch. Op zaterdag  5 september organiseert Sia voor de zeilers een rondrit over het eiland. Met 12 man zitten we in de bak van haar oude Mazda pick-up en rijden langs verschillende kleine nederzettingen, het "paleis van de koning" als hij op bezoek komt, een eenvoudige winkel, de plantage van haar man Nico, waar hij allerlei groente en fruit kweekt en een mooie zoetwaterbron met
vissen en schildpadden. Die avond is er bij mij aan boord een afscheidsfeestje met de bemanningen van de Seakey en de Axiom. Iedereen gaat een andere kant op; Seakey wil alsnog naar American Samoa om verschillende scheepsonderdelen aan te schaffen, Axiom gaat naar Fiji in verband met een bemanningswissel en ik ga naar Vavau om vandaar later naar Fiji over te steken. Op 6 september ben ik vroeg op en om 06.00 uur verlaat ik in de ochtendschemering de ankerplaats. Ik vaar rond het eiland en stuur dan naar het zuiden richting de Vavua Archipel, een groep eilanden op 175 mijl. Een lekker lopend windje en volop zon, een ideaal begin. Om 09.00 uur hoor ik walvissen blazen maar ik zie ze niet, maar om 17.00 uur komen er drie op me af, het zijn net drijvende eilanden. Net voordat ze bij me zijn duiken ze onder de boot door en even houd ik mijn adem in, bang dat ze me op zullen tillen, maar er gebeurt niets en iets later zie ik ze achter me wegzwemmen. Zo nu en dan komt de geweldige staart, die voor de aandrijving zorgt, boven water, het zijn Humpback Whales, ik ben te laat om foto's te nemen, jammer. Om 18.00 uur heb ik nog 120 mijl te gaan en de wind is afnemend. De nacht is rustig en ik slaap in stukjes van een uur. De volgende morgen om 08.00 uur nog 63 mijl, dat ga ik niet halen voor donker met deze wind. Een groot deel van de komende nacht het schip bijgelegd onder de eilanden, de wind is variabel van kracht en richting en zorgt ervoor dat er van slapen niets terecht komt. De volgende morgen is het grijs en regenachtig en loop ik de baai binnen. Er zijn veel jachten en om 09.00 uur maak ik vast aan een mooring. Ik krijg vrijwel direct bezoek van een lokale handelaar in een bootje die me slecht gemaakt houtsnijwerk wil verkopen. Ik heb geen interesse maar ik maak een kop koffie voor hem en geef hem een van mijn oude landvasten, waar hij blij mee is. Als hij weg is ga ik een paar uur slapen. De volgende ochtend word ik vroeg gewekt door de schipper van een "Whale Watch Boat" die zijn mooring terug wil. Ik verontschuldig mij en vind een andere vrije mooring, daarna ga ik me melden bij de autoriteiten, inklaren hoeft niet want Vavau behoort bij het koninkrijk Tonga. Op de markt kom ik oude bekenden van de Hollandse jachten Aura en Vela tegen, daarna naar het cafe om te internetten. Op donderdag 10 september kom ik bij het Aquarium Cafe Menno van de Kairos tegen en ook Roel en Jacomien van de Tara. Menno wil zaterdag vertrekken, maar we spreken af om vrijdag met zijn vieren te eten bij Aquarium. Heb gemerkt dat mijn creditcard niet meer werkt en bel naar ICS in Nederland om opheldering. Volgens ICS waren er verdachte transacties geweest in Samoa vandaar de blokkering. Ik leg uit wat er was gebeurd en alles zou weer goed komen. Op vrijdag ge-facemaild met Elisabeth en leuk bijgepraat, die avond inderdaad lekker gegeten bij Aquarium met Roel en Jacomien en met Niels en zijn vrouw van de Unwind (Menno was nerveus geworden en was al vertrokken naar Fiji). De Hollanders maken me enthousiast voor de "Whale Swim", een dag met een motorboot de zee op om dan te gaan snorkelen met de walvissen, ze laten foto's en video's zien en het is fantastisch. Vavau schijnt de enige plek ter wereld te zijn waar dit soort aktiviteiten nog zijn toegestaan. De volgende dag maak ik een reservering voor een Whale Swim op donderdag 17 september. Het kost 175 USD, niet goedkoop maar het is inclusief lunch, verzamelen om 07.15 uur op de kade.  De volgende dagen veel aan boord geklust; wc gerepareerd, diverse lak-en schilderwerk uitgevoerd, kleine lekkages verholpen, de was gedaan, de waterlijn weer eens schoongemaakt, lekker eten gemaakt, veel gelezen en een begin gemaakt met het schrijven van deze blog-editie. En dan is het de donderdag van Whale Swim; ik ben vroeg op en na een snelle kop thee ga ik per dinghy naar de kade waar de Whale Boat ligt afgemeerd. Ik ben de eerste en hoor van de schipper dat er nog 6 opstappers worden verwacht. Snel daarna komen ze aan boord, een groepje van 5 Taiwanezen en een Japanner. De Taiwangroep bestaat uit 4 jonge vrouwen en een mannelijke gids. De man is kennelijk vertrouwd met het fenomeen Whale Swim, hij komt hier al vijf jaar voor een vakantie van twee weken en gaat dan elke dag de zee op met zijn camera's en zijn aanhang, in dit geval de vier vrouwen. Hij is wereldberoemd in Taiwan en omstreken vanwege zijn website met duizenden foto's van walvissen. Ze zijn hier al een dag of tien dus ze kennen het klappen van de zweep. Voor mij is het allemaal nieuw en met enige verbazing bekijk ik de foto- en filmapparatuur die de groep aan boord brengt. De boot is uitgerust met 2 keer 150 pk Yamaha buitenboordmotoren, dus in no time zijn we op zee, maar van walvissen voorlopig geen spoor. Het is bewolkt en het waait flink en iedereen aan boord tuurt over het wateroppervlak op zoek naar een staartvin of een waterfontein van een ademende bultrug. Deze walvissen leven van krill (kleine garnaaltjes) en plankton, die ze met hun baleinen uit het zeewater filteren. Normaliter leven ze in de koude wateren van Antarctica waar dit voedsel nog volop aanwezig is, maar voor de voortplanting komen ze naar het noorden, met name naar de wateren rond Vavau waar ze beschutting vinden en waar de watertemperatuur een stuk hoger is. De zwangerschap duurt 11 maanden en het eerste jaar brengen moeder en kind en vaak ook de vader in deze omgeving door.
Na de geboorte weegt de baby al gauw 1000 kg (!), dat is nog eens wat anders als een kind van 9 pond ! Na een paar uur heen en weer scheuren vinden we onze eerste walvissen. De schipper probeert voor hen uit te varen en met 4 man springen we in de zee om hen op te wachten. Maar de walvissen zijn onrustig en duiken onder ons door, niemand heeft iets gezien. We klimmen weer aan boord en dit herhaalt zich zo een aantal malen. We zijn op zoek naar een voedende moeder met een kalf (kind) die min of meer stationair in het water drijft,  maar we vinden haar niet. Wel zien we soms hoog boven het water springende walvissen die kennelijk op doortocht zijn. Ik kan gelukkug een paar mooie foto's maken, maar van zwemmen met de walvissen komt niets terecht, jammer. De Taiwanezen maken zich geen zorgen zij hebben hun onderwaterfoto's al lang gemaakt en gaan morgen gewoon weer de hele dag het water op. Ik moet er niet aan denken, een dag is voor mij genoeg !  Later hoor ik een mogelijke verklaring voor het onrustige gedrag van de walvissen, de avond voor mijn Whale Swim was er een lichte Tsunami waargenomen (vrij ernstig in Chili !) die de beesten kennelijk heeft verontrust. Het is inmiddels eind september en het wordt weer eens tijd om te vertrekken. Het weer is nogal wisselvallig de laatste weken (El Nino ?) maar begin volgende week komt er weer wat lijn in. Naar het lijkt een zuidoostelijke passaatwind, goed voor de overtocht naar Fiji, zo'n 450 mijl naar het westen. 
Daarna rest mij nog slechts de laatste etappe naar Nieuw Zeeland, maar daarover schrijf ik in de volgende en wellicht laatste blog-editie van mijn reis.

So long Pieter


Mahi-Mahi, ook wel genaamd Dorado of Dolphinfish, gevangen na vertrek Bora Bora

 Suwarrow

American Samoa, Suluk in het midden bovenaan

Western Samoa, zoetwaterval

Wild zwijntje, klaar voor de "pigroast" op Niuatoputapu

Drew en Niko roosteren de varkentjes

Lara van de Seakey


ia jr.
Sia met dochter Sia Jr.

Pigroast met bemanningen van Suluk, Seakey, Vela, Green Duck, Firefly, Flying Dog en Frederieke

Ankerplaats in Niuatoputapu

Blue Marlin Vavau/Tonga

Bultrug Walvis (Humpback Whale) in Vavau/Tonga

Backflip Bultrug in Vavau/Tonga

woensdag 29 juli 2015

13e etappe De Genootschaps Eilanden



Als Loulou van boord is wordt het tijd om me voor te bereiden op de komst van Elisabeth op 11 juni.
Ik haal mijn vouwfiets uit de bakskist en breng hem met de bijboot naar de wal. Er is een grote Carrefour winkel vlakbij de marina en met een paar zwaarbeladen fietsritten worden de scheepsvoorraden weer aangevuld. Het is allemaal erg duur, vooral de drank, de goedkoopste wijn in een karton kost al 9 dollar, een blikje lokaal bier (Hinano) kost 2 dollar. Prima om van de drank af te komen ! Gelukkig heb ik nog wat voorraad uit Panama. Ook de diesel en watertanks worden weer gevuld. Ik kan de diesel taxfree kopen voor 0,8 dollar per liter, dus dat valt dan weer mee. Op 8 juni ga ik met de fiets naar Papeete, een ritje van ongeveer 5 mijl en vind daar een mooie shipchandler waar ik een aantal belangrijke onderdelen kan scoren. In de City Marina ligt de Seakey met Rick en Lara en ik ben uitgenodigd voor het eten vanwege het afscheidsfeestje van Nico en Lorena,  hun Zwitserse opstappers. Zij vertrekken die avond van boord en vliegen terug naar Zwitserland. Ze waren al in Panama in februari aan boord gekomen en hebben 5 heerlijke maanden mee kunnen zeilen. Er gaan allerlei kadootjes over tafel en bij het afscheid zijn er wat traantjes. Laat in de avond fiets ik in het donker terug naar de Suluk in de Taina Marina. De volgende dagen schrijf ik op mijn blog het verhaal van de 12e etappe van de Marquesas naar Tahiti en dit keer gaat het publiceren foutloos.
Op donderdagavond 11 juni komt Elisabeth aan op het vliegveld van Tahiti. Ik ben op tijd naar het vliegveld gewandeld en heb een traditionele bloemenkrans (rei) gekocht om haar te verwelkomen. Ik heb haar een jaar lang moeten missen en het weerzien is geweldig. We nemen een taxi naar de marina en met de dinghy gaan we naar de boot. Elisabeth heeft een tas vol boodschappen uit de VS meegebracht, allerlei dingen die in de Pacific niet of erg duur te krijgen zijn. Ik krijg ook een prachtige hangmat cado en een doos met heerlijke donuts, wat een feest.  De volgende dag haal ik de vouwfiets weer aan boord en verlaten we de mooring in de Taina Marina. We verhuizen naar de City Marina in Papeete een mijl of 4 verderop. Voor het vertrek maak ik nog wat foto's van het bijna 70 meter lange super zeiljacht Athos, gebouwd in Holland naar ontwerp van Andre Hoek. Het schip ligt met de kont tegen de kade afgemeerd (mediterranean style) en ziet er uit als nieuw, wat een jacht !!
In Papeete worden we opgevangen door Rick en Lara van de Seakey en 's avonds eten we bij hen aan boord samen met Pete en Miranda van de Tayrona. Op 13 juni demonteer ik de Monitor windvaan om een aantal lagers te vervangen, het is een lastige klus, maar het lukt. Van 19 tot 21 juni gaan we meedoen met het zogenaamde Tahiti-Moorea rendez-vous, een ontvangstfeest voor alle cruisers die vanaf Panama of vanaf de Amerikaanse westkust naar Frans Polynesie zijn gezeild. Op zaterdag 20 juni is er een zeilrace van Tahiti naar Moorea waar we aan mee gaan doen. Ik gebruik de week voorafgaand aan het rendez-vous om de boot klaar te maken voor het tweede deel van de reis van Tahiti naar Nieuw Zeeland. De motor krijgt een grote beurt, de zeilen worden waar nodig gerepareerd en de hull wordt boven de waterlijn schoongemaakt en in de was gezet. Ik laat mijn gasfles vullen en bij een lasbedrijf laat ik de steun voor de generator verlengen zodat ik een aantal grotere V-snaren kan gebruiken.  Op woensdagavond 17 juni is de hele steiger uitgenodigd voor een zogenaamde "potluck" aan boord van een grote Amerikaanse catamaran. Bij een potluck brengt iedereen zijn eigen eten en drank mee wat dan kan worden gedeeld met wat anderen meebrengen. Het is een gezellig idee om elkaar beter te leren kennen.  De dag hierna beklimmen Elisabeth en ik een 700 meter hoge berg en hebben we een fantastisch uitzicht over het eiland en de oceaan. In het westen zien we Moorea al liggen. Op 19 juni begint het rendez-vous in Tahiti met een ontvangst van alle zeilers door de officials en organisatoren van het feest. Iedereen krijgt een verse kokosnoot vol met heerlijke koude kokosmelk.
Er zijn veel speeches en na afloop zijn er drankjes en hapjes, er is een dansgroep die de traditionele hula-dans laat zien. Sommigen van ons laten zich overhalen om mee te doen. Lara de Phillipijnse vriendin van Rick steelt de show. De volgende dag is de race naar Mourea, er wordt gevaren in twee groepen, de catamarans en de monohulls, en zonder handicapvergoeding. Ik heb een van de kleinste boten en ben dus kansloos voor de overwinning. Met de start ben ik echter als eerste over de lijn en wordt gefilmd door de fotograaf van het zeilblad "Lattitude 38". Dit blad, dat verschijnt in Californie, is mede-organisator en promotor van de rendez-vous. Na de start word ik langzaam maar zeker voorbij
gelopen door het merendeel van de 60 deelnemers. Het waait stevig en onder vol tuig lopen we zo nu en dan wel 7 knopen. Als we na een paar uur varen onder Moorea komen valt de wind weg en komt daarna een tijdje van alle kanten. Het wordt een beetje een loterij, maar uiteindelijk hou ik bij de finish nog zo'n 8 boten achter me. De race wordt gewonnen door een J-44 van de Amerikanen Tom en Perry. We ankeren in Cooks Bay vlakbij het Bali-Hai Hotel. 's Avonds is daar een diner voor alle zeilers en opnieuw een prachtig optreden van een lokale dans/muziek groep. Elisabeth wordt op een gegeven moment naar voren gehaald door een gespierde krijger en wordt "omdanst" door de hele mannelijke groep, die tijdens het dansen luide intimiderende kreten laat horen. Zondag 21 juni is de laatste dag van het rendez-vous en is het tijd voor de zogenaamde "fun and games at the beach". In de ochtend zijn er roeiwedstrijden in de traditionele polynesische prauwen. Elisabeth en ik vormen een team met Rick en Lara en roeien tegen 3 andere teams voor een plaats in de volgende ronde. We worden nipt tweede en krijgen klop van een team met alleen mannen. Na de lunch zijn er demonstraties van typisch
lokale vaardigheden, zoals het zo snel mogelijk openmaken van een kokosnoot, het op verschillende manieren dragen van een pareo (omslagdoek), het hollen met een tros bananen, het optillen van zware keistenen en natuurlijk het dansen en zingen. Na afloop is de prijsuitreiking van de zeilrace en tot slot wordt een gigantische taart aangesneden en uitgedeeld vanwege het 10-jarig bestaan van dit evenement. Al met al een erg geslaagd festijn waarin we veel cruisers hebben leren kennen en hebben kennis gemaakt met de geweldige polynesische kultuur en bijbehorende gastvrijheid. Op dinsdag 23 juni gaan we anker op en gaan naar de Opunohu Bay en stukje naar het noorden van Moorea. We varen naar het einde van de baai en ankeren op een prachtige plek, helemaal alleen, omgeven door grillige hoge rotswanden in 5 meter diep water. Tegen zonsondergang springen overal vissen uit het water, waarschijnlijk is er een hongerige haai in de buurt.  De volgende dag maken Elisabeth en ik een lange wandeling over het eiland. Op een hoog gelegen uitkijkpunt (belvedere) hebben we een prachtig uitzicht over de beide baaien. Na de wandeling heerlijk in de baai gezwommen in redelijk fris water.
Op 25 juni varen we naar de ankerplaats bij de uitgang van de baai en vinden daar de Seakey en de Axiom. Samen met hen gesnorkeld en 's avonds aan de wal eenvoudig gegeten. De dag hierop gaat Liz snorkelen met Rick en Lara en vinden ze een prachtige ondiepe plek in de lagoon waar sting rays, haaien en allerlei andere vissen samen komen. De stingrays zijn ruitvormige vissen van ongeveer een vierkante meter die voornamelijk plankton eten via een filterende zuigmond. Ze zijn heel erg tam en laten zich min of meer aaien. Die avond eten we met Rick en Lara aan boord bij Pete en Miranda van de Tayrona. Pete en Miranda zijn beiden docent natuurkunde en geven les bij een college in Wisconsin.
Ze genieten van een sabbatical jaar en zeilen van Florida naar Nieuw Zeeland met een Lagoon 38 Cat.
Het zijn echte waterdieren en ze houden van duiken, snorkelen. kite-surfen en zeilen. De volgende dag gaan we terug naar de plek met de stingrays en Miranda maakt onderwaterfoto's en video's van ons met de rays en de haaien. Die avond zeggen we vaarwel tegen onze vrienden en vertrekken naar het volgende eiland, Huahine, zo'n 90 mijl naar het westen. In het begin is er weinig wind maar in de nacht trekt hij wat aan. Liz doet de wacht van 00.00 tot 04.00 uur en bij het ochtendgloren zien we Huahine al recht vooruit. Om 15.30 uur gaan we bij het dorpje Fare voor anker. 's Avonds eten we aan boord bij de Seakey. De volgende morgen gaan we de wal op voor boodschappen en internet bij het postkantoor. Om 17.00 uur gaan we naar de jachtclub voor het happy hour. Rick en Lara eten die avond bij ons aan boord, ze hebben een heerlijk voorgerecht meegebracht: verse kreeft in een rolletje bacon, echt geweldig lekker. Als hoofdgerecht heb ik chili met rijst gemaakt. Het is voorlopig onze laatste avond samen zij gaan door naar Bora Bora en wij blijven nog een paar dagen op Huahine.
Juli is de feestmaand van Frans Polynesie, elke dag zijn er aktiviteiten zoals roeiwedstrijden, optredens van zang- en dansgroepen, tentoonstellingen van lokale kunst en overal zijn kleine kraampjes met eten en drinken. Een van de hoogtepunten is de 14e juli de franse nationale feestdag die hier ook wordt gevierd, alhoewel niet overal van harte. De fransen zijn hier niet echt populair.  Ook ons dorpje Fare viert feest, we liggen voor anker naast de roeibaan en iedere morgen komen ze voorbij racen in een-, twee-, vier- of zesmansboten. Ook vrouwen en kinderen roeien mee. Op 1 juli huren we twee fietsen en fietsen het eiland rond. Sommige beklimmingen zijn erg steil (15 %) en dwingen ons tot afstappen en lopen. Bovenop worden we vaak beloond met fantastische uitzichten. Naar beneden worden onze remmen op de proef gesteld. Op 3 juli vertrekken we naar Raiatea op 30 mijl naar het westen. Het is bewolkt en tijdens de overtocht krijgen we flinke buien met veel wind over ons heen. Het eiland komt pas heel laat in zicht vanwege de lage wolken. Elisabeth stuurt de Suluk in de stromende regen feilloos tegen de stroom door de pass in het koraal naar binnen en de kapitein geeft van binnenuit opdrachten voor koerswijzigingen aan de hand van de elektronische Navionics kaart. De kaart die tot nu toe uiterst gedetailleerd en betrouwbaar blijkt te zijn. Wat een geweldige uitvinding ! We varen rond de noordkant van Raiatea langs de hoofdplaats Uturoa en gaan voor anker aan de westkant in een prachtig klein baaitje bij de Tiano Pass. Later die middag komt er een man in een kano langs die zegt dat we hier eigenlijk niet mogen ankeren vanwege de vissen. Ik zeg dat we maar een nachtje blijven en geen vis kwaad zullen doen, hij druipt af en wij genieten van de rust. De volgende ochtend anker op en terug gevaren naar de Apooiti Bay en daar vastgemaakt aan een mooring in de buurt van de Apooity boatyard. 's Middags de wal op en met een taxi naar Uturoa alwaar boodschappen gedaan en ijs gegeten. Daarna terug gelopen naar de boot. In de nacht waait en regent het keihard, we zijn blij aan een goede mooring te hangen. Op 6 juli huren we een Fiat Punto en rijden Raiatea rond. Onderweg maken we een wandeling naar een (zoet)waterval, waar Elisabeth haar haren wast. 's Avonds eten we bij een restaurant in de Marina Apooity. Deze marina is de thuisbasis voor verschillende charterbedrijven (oa. Moorings) die vooral catamarans verhuren. Het lijkt niet best te gaan met de business want de marina ligt vol met onverhuurde cats. De volgende dag brengen we de huurauto weer terug en zijn we druk met de was doen en het vullen van onze drinkwatertanks. Op 11 juli varen we naar Tahaa het eilandje iets ten noorden van Raiatea. Tahaa ligt binnen dezelfde koraalring als Raiatea en het is maar een paar uur varen. We vinden een vrije mooring bij Marina Iti. Het in de gids beloofde hotel blijkt te zijn gesloten. We snorkelen bij een kleine motu en vinden een paar prachtige schelpen. Voor het diner hebben we aardappelsalade met als desert gebakken banaan met rozijnen, rum en slagroom. Wat was dat lekker ! De volgende dag door naar de Baie de Hameene, een mijl of 4 naar het noorden. We pakken daar een mooring bij het Hibiscus Hotel. We gaan de wal op en maken kennis met Leo, de hotelbaas en zijn vrouw Lolita (waarschijnlijk miss Hameene 1980). We reserveren voor het diner van die avond en maken 's middags een wandeling naar het dorpje Hameene en internetten daar bij het postkantoor. Het diner bij de Hibiscus is uitstekend en Leo laat ons zijn gastenboek(en) zien. Wij schrijven een kleine bijdrage en genieten van de ambiance van het hotel.
Op 13 juli varen we terug naar de Apooity Baie en vinden een vrije mooring bij de marina. Ik ga met de vouwfiets boodschappen doen in Uturoa en pluk onderweg wat bananen voor het toetje van vanavond. De volgende dag is het "quatorze juillet", le jour de fete, dus gaan Liz en ik met een vouwfiets en een huurfiets naar het dorp om het feest mee te maken. Eerst beklimmen we nog de Mount Tapioi een berg van 650 ft vlakbij Uturoa. Boven hebben we naar 3 kanten een prachtig uitzicht over de omgeving.  We zien Bora-Bora, Huahine en Tahaa. We eten een appel en bewaren de schillen voor de koeien die we onderweg tegenkwamen. De eerste koe (?) die we tegen komen krijgt de schillen en eet deze een beetje onverschillig op. Ik wil een foto maken van het tafereel en pak het toestel uit mijn rugzak. Als ik daarna opkijk zie ik Elisabeth op de horens genomen door de koe die ineens een boze stier blijkt te zijn. Hij gooit haar door de lucht op de grond en gromt kwaadaardig !!
Aan de grond genageld gooi ik mijn rugzak neer en help Elisabeth overeind. Het beest trekt zich enigszins terug en Liz blijkt gelukkig niet meer dan licht gewond te zijn, wat gemene schrammen op armen en benen en een pijnlijke pols. Haar korte broek is helemaal gescheurd en ze is natuurlijk erg geschrokken. Verbouwereerd lopen we door in het besef dat het allemaal veel erger had kunnen aflopen. Ik stel voor dat we naar een Eerst Hulp Post gaan, maar Liz zegt dat dat niet nodig is. In het dorp is alles gesloten maar we vinden een kraan met zoet water en Liz kan zich wat opfrissen en afspoelen. Wat een toestand !  Als we langs de waterkant lopen zien we de Axiom liggen met Sebastian en zijn nieuwe crew aan boord. Hij ziet ons ook en komt met de dinghy naar ons toe.
Er blijkt vanaf 4 uur een feest te zijn met zang en dans op een terrein vlakbij de haven. We spreken daar af. Daar aangekomen ontmoeten we Tino en Alexandra, een Zwitsers stel van in de dertig en Michael en Helena een Duits stel van begin twintig, alle vier opstappers aan boord van Axiom.
Ook ontmoeten we Fred en Lucia van de Serafina een vader en dochter uit Las Vegas. Met zijn allen genieten we van de zang en dansshow van de lokale bevolking. Na afloop zoeken we een eettent op en eten steak met frites, drinken bier en wordt er gedanst. Heel gezellig, de stier is bijna vergeten. 's  Avonds per fiets weer terug naar de boot.  De dagen hierna samen met Axiom opgetrokken en Tahaa rond gevaren. Op 19 juli doorgevaren naar Bora Bora en in de middag vastgemaakt aan een mooring bij de Maikai Marina in de buurt van het plaatsje Vaitape. Elisabeth maakt die avond een heerlijke Shepperds Pie. Op 21 juli proberen we de kenmerkende top Mount Otemanu (2300 ft) van Bora Bora te beklimmen, maar na een poging van een uur moeten we het opgeven, het heeft die nacht geregend en het pad is zo steil en modderig dat we het niet kunnen doen. In de middag werken Liz en ik aan een verkoop-brochure met foto's voor de Suluk. Ik heb besloten de boot voor een paar maanden zelf te koop aan te bieden in Nederland en in Nieuw Zeeland. Daarna kan wellicht een makelaar worden ingeschakeld. Elisabeth zal kontaktpersoon zijn voor eventuele belangstellenden. Op 22 juli verhuizen we voor een paar dagen naar de westkant van Motu Toopua en snorkelen langs het rif. We zien een manta-ray en verschillende sting-rays en wat kleine haaien. Ook genieten we daar van enkele prachtige wolkenloze zonsondergangen. Tijdens het happy hour spelen we zoals gewoonlijk "back-gammon" en dit keer is de kapitein de gelukkige overall-winner. Op 24 juli varen we naar de Bora Bora Yachtclub een luxe restaurant met faciliteiten voor cruisers, zoals moorings, douches, wifi, laundry-service en natuurlijk lekker eten. Als we er eten zijn alle faciliteiten gratis, anderszins betaal je 20 USD per dag.
We reserveren voor het diner op zaterdagavond, dat wordt aangeboden door Elisabeth als dank voor het aangenaam verpozen met haar vader. Voor dat het zover is gaat Liz op zaterdagochtend op pad voor een tweede aanval op de beruchte Mount Otemanu, het is een paar dagen droog geweest en samen met de crew van Axiom gaan ze op pad. Ik besluit om aan boord te blijven en te werken aan de  voorbereiding van het tweede deel van de reis naar Nieuw Zeeland. 's Middags neem ik een heerlijke douche bij de Yachtclub en onder het genot van een biertje wacht ik op de terugkeer van de "mountaineers". Eindelijk om half zeven zijn ze terug, onder de modder, bezweet en vermoeid ! Elisabeth en Sebastian hebben de top gehaald, de andere 4 zijn een uur voor de top teruggekeerd.
Het moet erg zwaar zijn geweest, heel erg steil, handen- en voetenwerk en hele stukken met touwen
om je aan op te trekken. Ik ben trots op Elisabeth en na een snelle douche genieten we van een heerlijk diner met lekkere wijn in een fantastische ambiance. Op zondag keren we terug naar de Maikai Marina om ons voor te bereiden op Lizzie's vertrek op maandag. Inmiddels blijkt dat Sebastian en Elisabeth elkaar erg aardig zijn gaan vinden en elkaar wellicht niet uit het oog willen verliezen. Die avond eten we steak/frites en sla met zijn drieen bij een "roulotte" in Vaitape en komt Elisabeth wat later aan boord. Op maandag ga ik proberen uit te klaren bij de gendarmerie in Vaitape, maar dat geeft problemen. Sommige papieren zijn niet of niet op tijd ingevuld, morgen terugkomen. Ik wil naar Suwarrow een onbewoond mini-eilandje halverwege Bora-Bora en Samoa en ook daarvoor moet papierwerk worden verricht. Ik doe alvast wat boodschappen op de terugweg naar de boot.
Elisabeth is inmiddels klaar met inpakken en om 16.00 uur breng ik haar naar de airport-ferry. Het afscheid is zoals eerder moeilijk en niet zonder emotie. We hebben allebei erg genoten van de 6 weken
samen varen.  Ik loop terug naar de Maikai Marina en drink een biertje met de Axiom-crew tijdens het happy-hour. Vandaag alle papierwerk in verband met het vertrek morgen kunnen afwerken en diesel, water en verse waar ingeslagen. Morgenochtend alleen nog mijn schone was ophalen en dan op weg naar Suwarrow een stip midden in de Pacific op 660 mijl van hier. Daar geen communicatie mogelijk,  daarna 500 mijl naar Samoa. Dus ik ben van de radar voor tenminste 3 weken.

So long Piet.


Milkshakes bij de MacDonalds in Papeete

Puddlejump Party in Papeete op 19 juni

Zeilrace Tahiti-Moorea

Fun & Games at the beach met Rick and Lara

Opunohu Bay, Moorea

Opunohu Bay, Moorea

Elisabeth met de Mount Otemanu 

De koe die een stier bleek te zijn

Elisabeth, Sebastian, Helena, Michael, Alexandra en Tino na Mount Otemanu at Bora YC.
Elisabeth op de Mount Otemanu, Suluk ligt in baai rechtsboven

vrijdag 12 juni 2015

12e etappe Marquesas via Tuamotu's naar Tahiti

Op 23 april vertrek ik van Fatu Hiva naar Hiva Oa, een wat groter eiland dat 45 mijl naar het noordwesten ligt. Het waait 20 knopen dus ben ik al om drie uur 's middags bij het eiland en vind een ankerplek temidden van ongeveer 20 andere jachten. Iedereen gebruikt hier 2 ankers, een voor en een achter, omdat de ruimte beperkt is. Voorop heb ik standaard mijn 35 ponds CQR-anker met 70 meter ketting op de elektrische ankerwinch en nu gebruik ik dus ook mijn back-up CQR-anker van 45 pond voor de achterkant van het schip. Voor dit anker gebruik ik 2 aan elkaar geknoopte lange lijnen.
Ik ga die avond op tijd naar bed, maar om een uur of tien wordt ik wakker getoeterd door een opgewonden fransman die zegt dat ik te dicht bij zijn schip geankerd ben. Enigszins ge-irriteerd bekijk ik de situatie, waarna ik moet toegeven dat hij gelijk heeft. De stroom is gedraaid en er is teveel slack op mijn ankerlijnen. Ik stap in de bijboot en met enige moeite verplaats ik het achter-anker een meter of 20 naar achteren en vergroot daarmee de afstand tot de fransman. De volgende dag ga ik de wal op om officieel in te klaren in Frans Polynesie. Op Fatu Hiva kan dat niet omdat het te klein is. Ik meld me bij de gendarmerie en word uiterst vriendelijk geholpen. Geen lastige vragen over uiklaringspapieren van Panama of de Galapagos en slechts een in te vullen formulier. Ik breng het origineel naar het postkantoor voor verzending naar Tahiti en houd zelf een kopie. Na de gendarmerie ga ik naar een bank om me te voorzien van de lokale munten, in dit geval zijn dat polynesische francs met een waarde van ongeveer 0,01 usd, dus alles delen door 100 en dan heb je dollars. Daarna vind ik een internetcafe met WIFI zodat ik na 5 weken (Galapagos) weer eens naar mijn mails kan kijken. Leuke berichten van familie en vrienden. Naast het cafe zijn de musea van Paul Gauguin en Jacques Brel en natuurlijk ga ik die bezoeken. Zowel Gauguin als Brel leefden de laatste jaren van hun leven op het eiland Hiva Oa en zijn daar ook begraven. Gauguin stierf begin 1900 en Brel eind jaren zeventig.
Alles wat Gauguin gemaakt heeft, waaronder veel zelfportretten is gereproduceerd en hangt in het museum. De originelen zijn te vinden in musea over de gehele wereld, waaronder het van Gogh Museum in Amsterdam en zijn te kostbaar voor Hiva Oa. Brel was behalve zanger ook een enthousiast zeiler en vliegenier. Hij kwam met zijn jacht naar polynesie en bleef er wonen. Ook bezat hij een eigen vliegtuigje, genaamd Jo-Jo wat geheel is gerestaureerd en wat prominent in het museum aanwezig is (zie foto). Zijn muziek werd natuurlijk gespeeld en het geheel maakte veel indruk, ook omdat ik erg van zijn muziek houd en bijna alles wat hij heeft gemaakt aan boord heb. Na het museum nog naar de winkel voor wat verse waar en toen weer terug aan boord alwaar lekkere eieren met spek en tomaat gemaakt. De volgende dag wat over het eiland gezworven en onderweg wat gegeten. Het eiland is mooi maar minder spectaculair dan Fatu Hiva. 's Avonds op de kade gegeten bij een Roulotte, dat is een klein vrachtwagentje wat is ingericht als rijdende keuken. Met wat stoelen en tafels wordt op die manier een mobiel restaurantje gevormd. Het menu is beperkt maar lekker en niet duur. Ik bestel Mahi-Mahi een heerlijke vis met frites en saus. Bier heb ik van huis meegenomen. Op zondag 26 april schrijf ik aan mijn blog (11e etappe), doe een kleine handwas op de kade, neem een douche op de kade en vul mijn tanks met vers water. Om 16.00 uur wil ik vertrekken, maar dan gaat er van alles fout. Op het moment dat ik beide ankers uit het water heb slaat de motor af en begin ik naar het strand te drijven.
Ik denk gelijk, lucht in de brandstofleiding, dus snel ontluchten en opnieuw starten. Maar dat lukt niet.
Dan zie ik dat de brandstofleiding naar de motor is gescheurd en flink lekt en dus ook lucht aanzuigt.
Vanwege de lekkage is de gehele dagtank (20 liter) leeggelopen ! Ik merk ook dat de opvoerpomp tussen de voorraadtank en de dagtank niet meer werkt. Lichte paniek, zoveel onheil tegelijk !
Dus volgens het principe "first things first" eerst maar gauw weer een anker in water voor ik aan de grond loop. Daarna de brandstofleiding en de opvoerpomp gerepareerd, de dagtank weer gevuld en de motor geheel ontlucht. Als de motor weer loopt, alsnog anker op en wegwezen. Twee uur aan het kloten geweest, het is al donker als ik de ankerbaai verlaat richting Nuku Hiva op 85 mijl naar het noorden.  In het begin is er wind en zeil ik tussen Hiva Oa en Tahuata door naar het noorden. Om 20.00 uur valt de wind weg en gaat de motor bij. Ik probeer een beetje te slapen en om 23.00 uur komt de wind terug en zeil ik door de nacht met de maan aan de hemel. Op 27 april loop ik om 14.00 uur de Taiohae-baai van Nuku Hiva aan. Er is ruimte genoeg en ik 1 anker volstaat. Ik lig nog maar net of de crew van de Seakey komt langs om me uit te nodigen voor het diner bij hen aan boord. Bij hen aan boord ontmoet ik de bemmanning van de Zangra een franse Beneteau van 42 ft.. Het zijn captain Pascal met zijn opstappers Loulou uit Quebec en  Florian uit Nice. Het wordt een gezellige avond en ik heb moeite mijn onverlichte boot terug te vinden in het donker. De volgende dag mijn blog afgemaakt, boodschappen gedaan en mails gestuurd  's Avonds de crew van de Seakey bij mij aan boord voor pannekoeken. Op 29 april was eindelijk mijn blog klaar om te publiceren maar om een of andere reden lukte dat niet en tot overmaat van ramp raakte ik de gehele tekst kwijt. Kon ik weer overnieuw beginnen ! Die avond met de Seakey-crew uitgenodigd bij het schip "Action" een Baltic 42 van de Duitse schipper Sebastiaan die vaart met 2 opstappers een aardig Zwitsers meisje uit Brig en een Duitse jongen uit Dusseldorf. Sebastiaan is een fanatieke visser en het was "fish, all you can eat".
Op 30 april mijn blog opnieuw geschreven en succesvol gepubliceerd ! 
Zaterdag 2 mei ben ik al om 06.00 op weg naar de wekelijkse versmarkt op de kade. Ik scoor een rugzak vol verse groente en fruit en ook nog brood en wat tonijn. Terug aan boord de bijboot weer aan dek genomen en het anker opgehaald om te vertrekken naar de Tuamotu's, een afstand van ruim 500 mijl naar het zuidwesten. De Tuamotu Archipel bestaat uit 76 kleine koraal eilanden die in de 16e en 17e eeuw zijn ontdekt door de Spanjaarden en de Hollanders (Le Maire, Schouten en Roggeveen). 
De eilanden behoren sinds de 18e eeuw tot Frans Polynesie, tesamen met de Markiezen en de Genootschaps Eilanden (oa. Tahiti).
Vroeger werden deze eilanden als gevaarlijk beschouwd vanwege de vele riffen en de soms heftige stroming. Zeker solozeilers sloegen deze archipel over en zeilden direct van de Markiezen naar Tahiti, maar met de komst van de GPS en de elektronische zeekaart is het wel te doen, al blijft het natuurlijk wel goed uitkijken, zeker voor een halve blinde als ik. Een Tuamotu is een ringvormig koraaleiland en steekt maar een paar meter boven de zeespiegel uit. De steigende zeespiegel is een regelrechte bedreiging voor sommige eilanden en de eerste eilanden zijn al noodgedwongen verlaten. In het midden is een lagoon met een variabele diepte van nul tot ongeveer 40 meter.  De meeste eilanden hebben een en soms twee passages, dit zijn nauwe openingen waar het water zich iedere 6 uur door heen perst, de richting afhankelijk van het getij, hier voornamelijk veroorzaakt door de maan.  De hoge stroomsnelheid wordt ook veroorzaakt door het grote diepteverschil tussen de oceaan en de lagune. Sommige eilanden zijn schaars bewoond en de lokalen houden zich bezig met visserij, kopra (kokos) productie en de kweek van zwarte parels. De Fransen hebben gezorgd voor een goede infrastructuur en voor goed onderwijs en de nodige medische voorzieningen. 
Mijn bestemming is het eilandje Kauehi en ik maak goede voortgang. Er is een passage en die wil ik graag bij daglicht nemen. Het wordt aangeraden om de passage te nemen tijdens de kentering (slack)
Volgens mijn informatie is de laagwaterkentering op het moment dat de maan op zijn hoogste punt staat (meridian passage).  Mijn planning is om op 6 mei rond 14.00 uur door de passage te gaan, maar 
om 20.00 uur op 5 mei valt de wind weg en valt mijn plannetje in duigen. Dus dan maar weer in het midden van de nacht aankomen, 12 uur later om 02.00 op 7 mei. Deels op de motor deels zeilend kom ik om middernacht aan bij de pass, twee uur te vroeg, ik ga bijliggen tot 02.00 uur en dan bij een half maantje zeil ik zonder probleem naar binnen, de lagune op. Het is dan nog 8 mijl naar de kleine nederzetting over de ongemarkeerde lagune met gevaarlijke koraalhoofden, dat doe ik dus niet.
Ik laat het anker zakken in 30 meter water en ga een paar uur slapen totdat het licht wordt.
Word om 8 uur wakker in het paradijs, mijn eerste Tuamotu, veroverd in de nacht ! Helder blauw water, palmenstrand en.........een anker dat niet los wil komen ! De ketting zit muurvast in het koraal. De winch trekt het voorschip naar beneden en stopt dan vanwege de ingebouwde beveiliging.  Voorzichtig probeer ik op de motor de ketting los te varen maar er staat een behoorlijke deining en ik moet oppassen dat mijn ketting niet breekt.  Vanwege de grote diepte ligt bijna mijn hele 70 meter ketting overboord. Na twee uur worstelen lukt het me om de zaak meter voor meter weer aan boord te brengen, de ketting en het anker zien wit van het koraal. Ik vaar op het zicht over de lagune naar het dorpje en laat daar het anker zakken in 5 meter lichtblauw water en kan mijn anker in het zand zien liggen. Er is een ander zeilschip en op de wal zie ik een paar huisjes en een kerkje, ik gooi de bijboot in het water en ga naar de kant. Een vrouw begroet mij en ik vraag of er een winkel is, zij zegt mij mee te lopen ze moet ook die kant op. De winkel heeft een heel beperkt assortiment en alles is erg duur, maar ze hebben vers brood en daar kwam ik voor. Er wonen maar 100 mensen op Kauehi en eens per week komt er een boot met spullen van Tahiti. Er is een eenvoudig cafeetje waar ik een ijsje koop en een praatje maak met de eigenares. Ze kan niet geloven dat ik in mijn eentje vanuit Holland naar Kauehi ben gevaren. Op 8 mei gezwommen, gesnorkeld en de waterlijn schoon gemaakt en op 9 mei over het eiland gezworven, foto's gemaakt en het kerkje bekeken. Ik ontmoet 2 vissers die hun vis staan schoon te maken, we maken een praatje en ze geven mij 2 van hun vissen, veelkleurige exemplaren die mij 's avonds heerlijk smaken.  De volgende dag vertrek ik naar de volgende Tuamotu genaamd Fakarava een tocht van 60 mijl naar het zuidwesten. De pass geeft geen problemen en er is een lekker windje in de goede richting. Fakarava is een groot rechthoekig atol met 2 passages, ik ga voor de noordwest pass die het dichtst bij het dorp is. Als ik bij de noordoost kaap van het eiland kom draait de wind naar zuidwest (zeer ongewoon voor deze buurt) en  moet ik de laatste 5 mijl naar de pass kruisen, daardoor ben ik pas om 17.00 uur in de lagune en wordt het weer een aankomst in het donker. Heel voorzichtig benader ik de ankerplaats en laat om 18.00 uur het anker zakken in 20 meter water. De wind is nog steeds zuidwest en ik lig voor anker aan lager wal, niet ideaal dus. Als ik de volgende morgen wakker word is de wind weer terug naar het oosten, waar hij hoort te zijn. Ik lig naast 
het Amerikaanse jacht "Lady" van schipper Charly uit Tulsa/Oklahoma, heb hem ontmoet in Panama.
Op 12 mei heb ik contact met de Fakarava Yachtservice die voor mij de was kunnen doen en die ook een internetservice aanbieden. Ik word op de kade opgepikt door Aldric en hij brengt mij naar zijn huis waar zijn vrouw de wasmachine bedient, ze serveren koffie en terwijl de machine draait bekijk ik mijn mails en het weer voor de komende dagen. Om 12.00 uur terug aan boord alwaar ik de reisvoorbereiding doe voor het volgende eiland. Om 17.00 uur loopt de Seakey binnen, voor het laatst gezien op de Markiezen. Gezellig bij hen geborreld en bijgepraat, op de terugweg naar de Suluk kom ik langs de Lady, die mij vragen of ik bij  hen pizza wil komen eten (ik ben populair vanavond !) Ik hou van pizza dus waarom niet. Aan boord kennis gemaakt met Jennie de Engelse vrouw van Charlie en John een Amerikaanse opstapper uit Florida. Lekkere pizza en gezellig gekletst. De dag hierna krijg ik duikles van Rick van de Seakey. Ik heb alle duikspullen aan boord maar heb geen duikdiploma. Alle spullen zijn gelukkig nog in orde en we maken een duik naar 15 meter diepte, ik controleer mijn onderwaterschip en zie dat er behoorlijke aangroei is op de plekken waar Suluk op de lorry heeft gestaan in Panama.
Met hamer en koudbeitel (!) word de aangroei verwijderd, de rest van het onderwaterschip is nog steeds helemaal schoon, dus goeie antifouling gekocht in Panama. 's Avonds te gast bij de Seakey waar ook de Duitsers van de Action zijn uitgenodigd, het was weer erg gezellig.
Op 14 mei vertrek ik van Fakarava met als bestemming Toau een kleine Tuamotu zo'n 22 mijl naar het noorden. De pass naar buiten geeft geen problemen, alleen een flinke tegenstroom van 4 mijl. Als ik buiten ben zie ik Seakey van achteren oplopen. De oversteek gaat vlot en al gauw verschijnt het lage eiland aan de horizon. Als ik dichterbij de pass kom ziet het er nogal wild uit. Veel hoge brekende golven en overal stroomrafels. Ik besluit toch in te varen, met de motor bij en de zon en de wind van achteren kan er weinig gebeuren. De stroom loopt nog stevig naar buiten en op een gegeven moment slaat een golf over het achterdek de kuip in. Maar snel daarna ben ik binnen en wordt het water weer rustig. Toch wel even spannend ! Een paar mijl verderop ga ik voor anker op een droomplek, een palmenstrand en helder water dat van kleur verandert naarmate de diepte afneemt, van donkerblauw naar lichterblauw tot aan turquoise het dichtst bij het strand. Tussen de bomen een paar verlaten vissershutten en verder niemand te zien.  Na een half uur laat Seakey naast mij het anker zakken, naar blijkt hebben zij een flinke schuiver gemaakt in de passage met een breker over het hele schip.
De volgende morgen word ik wakker van de regen, de wind is gedraaid en ineens liggen we aan lager wal en nu nog maar een meter of 80 van het strand ! De koraalhoofden zijn ineens vlakbij.  De wind neemt snel in kracht toe tot wel 35 knopen (Bft 7). Ik heb de motor standby. Ik merk dat de ankerketting weer vast zit in het koraal en omdat de deining toeneemt krijgt de ketting het zwaar te verduren, ook het schip krijgt forse klappen en schade dreigt. Er lopen golven tot 3 meter. Zo nu en dan moet ik met de motor wegsturen van het ondiepe koraal. Als ik naar het voordek kruip zie ik dat de borgpen van de ankerketting is verbogen en dat die niet meer uit het boegbeslag is te verwijderen. Dus kan het anker er zo niet uitgehaald worden ! Als het even wat rustiger is zaag ik de borgpen in 3 stukken en maak een noodvoorziening voor de borging van de ketting.  Om 12.00 uur neemt de wind gelukkig af en stopt het met regenen, het klaart op en een uur later schijnt de zon alsof er niets gebeurd is. Dat was linke soep hedenmorgen ! In de middag verhuizen we naar een andere ankerplek dichtbij de passage om vandaar in de ochtend weer te vertrekken. We (Suluk en Seakey) varen dan naar Apataki een mijl of 60 naar het noordwesten. De pass bij de uitvaart is veel rustiger dan voorheen maar er is weinig wind en die is nog tegen ook. We motorzeilen de nacht door en ik slaap buiten en probeer ieder half uur even te kijken of alles OK is. Om 06.00  uur kan de motor uit en om 10.00 uur door de pass naar binnen, veel stroom tegen maar geen brekers. Voor anker in de lagoon en in de middag de wal op, waar het erg rustig is vanwege de zondag. Wel goeie WiFi bij het postkantoor,
prepaid via Manaspot.  Op maandag 18 mei in de morgen nog gauw wat boodschappen gedaan en Wendy een verjaardags mail gestuurd en daarna weer anker op voor de tocht naar Rangiroa een van de grootste Tuamotu's op zo'n 80 mijl naar het noordwesten. Nico, de Zwitserse opstapper van Seakey zeilt voor de gezelligheid met mij mee. Nico is 19 jaar oud en zit op een kokschool in Freibourg, hij zit in zijn stagejaar en werkt veel in wintersportrestaurants (veel Spaghetti Bolognese !)  Hij heeft geen enkele zeilervaring maar is een goede leerling. 's Nachts heeft hij zijn eigen wacht en kan ik zowaar een stukje langer slapen. Op 19 mei lopen we om 13.00 uur Rangiroa binnen. Seakey is er al en heeft een mooring voor mij vrij gehouden. 's Middags prachtig gesnorkeld in de pass, haaien en dolfijnen om ons heen, ongelofelijk. 's Avonds met de bemanningen van de Seakey en de Zangra (laatst gezien op Nuku Hiva)  aan de wal gegeten bij "Chez Lily", heerlijke entrecote met frites. Florian gaat morgen terug naar Nice en Loulou heeft eigenlijk geen zin om met schipper Pascal verder te varen
en solliciteert openlijk naar een bemanningsplek aan boord van de Suluk. Ik ga daar vooralsnog niet op in. Een dag later gaan we met een man of 5 per huurfiets het eiland verkennen en bezoeken we een parelkwekerij. Het is een vrij eenvoudig proces, een rond balletje van schelpmateriaal word in een levende oester ingebracht en die maakt in 3 jaar tijd een mooi glanzend laagje om het balletje wat dan weer uit de oester word gehaald en dan een waarde heeft van ongeveer 30 dollar afhankelijk van de grootte, de rondheid, de kleur en de glans. Heel veel polynesiers verdienen hun inkomen in de parelbusiness. Op zaterdag 23 mei wordt ik in de ochtend gewekt door een geklop op de boot,  ik steek mijn hoofd door het luik en zie Loulou in het water die vraagt of ze met mij mee mag varen naar Tahiti. Het tafereel overrompelt mij enigszins en beduusd antwoord ik haar dat dat goed is. Ik ben niet superenthousiast maar ik heb begrip voor haar situatie. Een uur later is ze al aan boord, ik heb nauwelijks tijd gehad de voorpiek te ontruimen en schoon te maken. Loulou is een Canadese uit Quebec, ze is 60 jaar oud en ze werkt als documentaire-maakster voor de televisie in Quebec. Ze is erg avontuurlijk en reist ieder jaar wel zo'n 3 maanden. Ze heeft haar eigen zeilboot waarmee ze op de St. Lawrence zeilt. Ze is in januari opgestapt op de Zangra in Panama na een internetkontakt met schipper Pascal. Maar na het vertrek van Florian is het over. Pascal is volgens haar een narcistiche macho ! Op 25 mei vertrekken we naar Tikehau het meest noordelijke Tuamoto atol op 30 mijl afstand. Na een vrije ruige overtocht met veel wind en zeegang gaan we tegen de stroom in door de pass van Tikehau en varen dan de laatste 6 mijl over de lagoon naar de kleine nederzetting. Er is een betonnen pier waar al 2 catamarans, waaronder Seakey liggen afgemeerd. Er is nog een plek vrij. Met veel moeite, dankzij de harde aflandige wind ga ik ook langszij de pier. Er zijn nauwelijks bolders om een lijn op te zetten, en de deining laat de boot heftig op en neer gaan, gelukkig van de pier afgewaaid door de wind. We blijven daar twee onrustige nachten en een paar lijnen schavielen door en ik durf nauwelijks van boord af. Dus gaan we op 27 mei naar een rustige ankerplek aan de hoger wal vlakbij een 5 sterren beach-resort. We snorkelen wat en Loulou maakt een lekkere vismaaltijd. Een dag later gaan we nog wat verder naar het westen en ankeren bij een aanlokkelijk strand met palmen. Samen met de Seakey bemanning maken we er een stranddag van. We vinden cocosnoten, we drinken de melk en eten het zachte vruchtvlees, we maken een kampvuur en  roosteren worstjes, bacon en marsmallows, we zwemmen en snorkelen, we spelen jeu de boules en we drinken wijn, kortom een superdag. Na nog een paar ontspannen dagen op verschillende ankerplekken in de lagune van Tikehau vertrekken we op zondag 31 mei naar Tahiti, een afstand van 168 mijl naar het zuidwesten. Om zes uur gaat het anker eruit en gaan we probleemloos door de pass naar buiten. Het waait flink en we maken goede voortgang. We verdelen de wacht en ik hoef Loulou niet veel uit te leggen vanwege haar ervaring met haar eigen boot. Tijdens mijn wacht van 00.00 tot 04.00 uur slaat een geweldige golf over het gehele schip en dringt binnen door een kier van een minimaal geopend dekluik en zet de slapende Loulou onder water. Geweldige natte ravage ! Loulou klaarwakker ! Zet een tweede rif en varen rustig verder. Als het licht wordt zien we Tahiti aan de horizon, de hoogste top is 2500 meter. Dus dit is geen atol maar een vulkanisch eiland net als de Markiezen. Tahiti is het hoofdeiland van de Society Islands (de Genootschaps Eilanden). Papeete is de hoofstad met ongeveer 260.000 inwoners. Op 1 juni varen we om 14.00 uur door de Ta'apuna pass naar de lagoon waar de Taina Marina is. Dit is de grootste marina van het eiland met 500 ligplaatsen en 150 moorings op ongeveer 5 mijl vanaf Papeete. Om 15.00 uur maken we vast aan een mooring en kunnen we alle natte bende naar buiten brengen om te drogen. Die avond geniet ik voor het eerst sinds 5 maanden (Panama) weer van een heerlijke (koude) douche. Daarna eten Loulou en ik tesamen met Perry, Bob en Thor (laatst gezien op Fatu Hiva) een entrecote met frites bij het havenrestaurant.  Loulou vliegt op 6 juni terug naar Quebec en  ik vind het niet erg om weer solo-zeiler te zijn. 
So long Pieter

Hiva Oa, zelfportretten Paul Gauguin

Hiva Oa, JoJo van Jacques  Brel

Tuamotu's

Kauehi, vissermannen

Toau, voordat de wind draaide

Apataki, passage

Tikehau

Rangiroa, parelkwekerij

Pacific, operatie Kokosnoot