vrijdag 25 september 2015

14e etappe Bora Bora - Tonga


Op woensdag 29 juli 2015 vertrek ik van Bora Bora naar Suwarrow, een afstand van bijna 700 mijl op een koers van 280 graden. Elisabeth is helaas terug naar huis en dus ben ik weer een echte single-hander. Om 10.00 uur gooi ik los en wordt ik uitgezwaaid door de bemanning van de Axiom, het is mooi weer en met een zuidenwind van een knoop of 15 begin ik aan de reis. Ik stuur ten noorden van Maupiti, het laatste Genootschaps Eiland en gooi een vislijn overboord. Al na een paar uur heb ik beet en met enige moeite sleur ik een grote Mahi-Mahi uit het water. De Mahi-Mahi is ook bekend onder de naam Dorado of Dolphinfish en wordt door bijna iedereen beschouwd als de lekkerste oceaanvis. De mijne is ongeveer 1,5 meter lang (!) en waarschijnlijk zo'n 20 kilo zwaar. Ik ben geen echte visserman en het kost me enige moeite om het arme beest de keel door te snijden. Ik maak hem schoon en snij hem in moten; helaas moet ik de helft overboord zetten omdat mijn koelkastruimte beperkt is. De volgende vier dagen eet ik heerlijke Mahi-Mahi. Na twee dagen varen heb ik 250 mijl afgelegd met mooi weer. Maar dan kom ik in de Inter Tropical Conversion Zone (ITCZ) terecht, een zone met bewolking en regen die loopt van oostzuidoost naar westnoordwest ten zuiden van de evenaar met een onstabiel windpatroon. Deze ITCZ verplaatst zich zo nu en dan in een noord-zuid of zuid-noord richting. Deze zone vormt de overgang van de passatwind naar de doldrums die zich rond de evenaar bevinden. Het is lastig zeilen in deze zone, omdat zowel de richting als de kracht van de wind erg veranderlijk zijn. Het stortregent bijna 2 etmalen en omdat de wind vooral van achteren komt moet ik mijn kajuit afsluiten en verblijf ik voornamelijk onderdeks. Het zicht is zeer beperkt en zo nu en dan heb ik de radar bijstaan om te kijken of er andere schepen in de buurt zijn. De laatste nacht waait het zo hard dat ik het 2e rif moet zetten en het stagzeil weg moet halen, ook haal ik de boom uit de genua, we doen dan nog steeds meer dan 7 knopen !  Onderdeks is het vochtig en erg benauwd. Gelukkig klaart het de volgende ochtend op en neemt de wind wat af. Om 11.00 uur zie ik Suwarrow aan de horizon verschijnen, als ik wat dichterbij kom zie ik een viertal masten in de lagoon. Via de marifoon roep ik een van de schepen op en informeer naar de situatie op de ankerplaats en naar eventuele moeilijkheden bij het invaren van de passage. Er staat 4 mijl stroom tegen bij het invaren, dus de motor moet vol bij. Om 13.00 uur laat ik het anker vallen in 15 meter diep helderblauw water na een zeer snelle oversteek van bijna 700 mijl in 5 dagen. Er liggen inderdaad 4 schepen, 2 Hollanders, 1 Amerikaan en 1 Australier. Suwarrow is een onbewoonde atol en behoort tot de Cook Islands. Het is een beschermd eiland en er is een ranger gestationneerd die zorgt voor de in- en uitklaring en voor het toezicht op de handhaving van de regels. Die middag komt Yoshua langs om me uit te nodigen voor een potluck-barbeque op het strand vanaf een uur of vijf. Yoshua is een Hollandse jongen die samen met zijn Kaap-Verdiaanse vriendin de "Hope", een Rival 34,  bemant. Ik ben natuurlijk van de partij, een goede gelegenheid om kennis te maken met de andere cruisers van de ankerplaats.  Ik ontmoet Jan en Ankie van de Tinkerbel, Drew en Shelly van de Firefly en een leuk stel van de Miss B' Heaven. Iedereen heeft iets lekkers meegebracht en we maken een kampvuur op het strand. Harrie. de ranger is ook van de partij, hij heeft zelfs zijn gitaar meegebracht en we zingen songs van de sixties en de seventies onder het genot van een glaasje. Met enige moeite vind ik later die avond per dinghy mijn boot terug. De volgende dag komen meerdere schepen binnenvaren, waaronder de Axiom van Sebastian. Het waait nog steeds hard en ik lig met mijn achterschip nogal dicht bij een koraalhoofd, ik moet mijn ankerpositie goed in de gaten blijven houden. Ik ga inklaren bij Harrie de ranger; hij vertelt me over het eilandje en zijn bezoekers. Er komen per jaar zo'n 80 jachten langs in de periode van april tot oktober. Hij verwacht dit jaar minder bezoekers vanwege het El Nino jaar waar we nu officieel mee te maken hebben. De naam Suwarrow stamt van een van de eerste bezoekers van het eiland, een Russisch schip met dezelfde naam, die het eiland aan deed rond 1850. We mogen over het eiland zwerven en kokosnoten rapen zoveel we willen.
We mogen snorkelen en vissen waar we willen, maar geen schaaldieren vangen. Verder waarschuwt hij voor de vele haaien in de lagoon. Op 5 augustus hebben we opnieuw een strandbarbeque, er zijn inmiddels 11 schepen, waaronder 6 Hollanders en het wordt weer een gezellige avond. Jan van de Tinkerbel heeft problemen met zijn zelfstuurinrichting en ik bied aan te helpen. Hij heeft als back-up een windvaan (Bouwvaan) aan boord, maar heeft hem nog nooit echt gebruikt en heeft er weinig vertrouwen in. Hij monteert een en ander en de volgende dag maken we samen een proefvaart over de lagoon. Na wat geharrewar met de stuurlijntjes krijgen we hem aan de praat en opgelucht varen we terug naar de ankerplaats. Zondag 9 augustus is het weer tijd om naar zee te gaan. Met behulp van Sebastian krijg ik met veel moeite mijn anker aan boord. De elektrische ankerwinch is niet in orde en slaat iedere keer af, daar moet zo snel mogelijk naar gekeken worden in de volgende haven. Ik vertrek naar American Samoa, ook bekend als Pago Pago (spreek uit Pango Pango), of Eastern Samoa. (Net zoiets als "McGill, who called herself Lill, but everyone knew her as Nancy"). Het weer is prima en onder vol tuig vaar ik wederom naar het westen met een mooie noordoost Bft 5.  De afstand is 450 mijl. De eerste paar dagen gaat alles prima, maar dan valt 's nachts de wind helemaal weg en gaat de motor bij. Overdag is er zo nu en dan een windje maar de meeste tijd blijft de motor bijstaan. Die middag vang ik weer een Mahi-Mahi, deze is kleiner dan de vorige en past gelukkig helemaal in de ijskast. Ik maak van het rustige weer gebruik om een brood te bakken, de kwaliteit van mijn baksels wordt gaandeweg beter (en smakelijker). Op 12 augustus trekt de wind weer aan, om 12.00 uur heb ik nog 138 mijl te gaan dus een aankomst de volgende middag moet haalbaar zijn. Die middag gaat het steeds harder waaien, ik zet 2 reven en rol de genua deels weg. De snelheid neemt toe tot 6,5 knoop.
Die nacht passeer ik Olesega Island aan stuurboord en als het licht wordt zie ik Pago Pago aan de einder. Het waait en regent flink en het zicht is beperkt. Bij het binnenvaren van de baai in een onstuimige zee merk ik dat de motor niet wordt gekoeld (er komt geen koelwater uit de uitlaat), dus moet de motor uit en kan ik niet anders dan op het zeil naar binnenvaren. Zeilend bereik ik de ankerplaats en laat daar het anker vallen in 10 meter (smerig) water. Moe doch voldaan, om het cliche nog maar eens te gebruiken, trek ik mijn natte bende uit en gun mezelf een aankomstbiertje (alhoewel het nog lang geen vijf uur is !). Die middag ga ik inklaren en daarna voor het eerst sinds een paar weken weer eens internetten, ditmaal bij de McDonalds (!), ik ben tenslotte op Amerikaans grondgebied. De volgende morgen zie ik Sebastian met Axiom binnenkomen en bij een kop koffie praten we bij. We besluiten om de volgende dag per taxi onze voorraden aan te vullen bij de Amerikaanse supermarkt "Cost-U-Less". Dit blijkt een soort Makro te zijn met redelijke prijzen, maar met grote verpakkingen. Voor 500 USD kan ik er voorlopig weer tegen. De dag daarna gaan we met een heel stel aan de wandel. We beklimmen de hoogste berg van het eiland (1700 ft) en genieten van een fantastisch uitzicht over de ankerbaai. Gelukkig geen stieren op het pad ! 's Avonds zijn we met zijn allen te gast bij de Firefly van Drew en Shelly. De volgende dagen besteed aan klussen aan  boord, de was doen en internet. Samen met Sebastian demonteer ik de komplete ankerlier en kom er achter dat de lagers helemaal vastzitten. Een van deze is onherstelbaar versleten, de andere krijg ik weer aan de gang. Nieuwe lagers zijn hier niet te krijgen, dus rest mij niets anders dan de zaak zoveel mogelijk schoon te maken en te smeren en de lier weer in elkaar te zetten. Tot Nieuw Zeeland moet dat zo wel kunnen. Op woensdag 19 augustus ga ik weer uitklaren voor vertrek. De rekening valt behoorlijk tegen, 152 USD voor een weekje aan je eigen anker in een vieze winderige haven. Dat was in Frans Polynesie wel anders, maar ja, daar was het eten en de drank weer erg duur, dus niet zeuren en betalen.  Om 16.00 uur gaat het anker op, ditmaal zonder problemen dankzij de gereviseerde ankerlier, en ga ik het zeegat uit richting Western Samoa, een tochtje van slechts 80 mijl opnieuw naar het westen. Bij het uitvaren van de baai tegen een straffe zuidwesten wind stuit ik op een volgelopen "outriggercanoe" met een stel meisjes in het water, die kennelijk aan het oefenen waren voor een of andere race. Ze zijn te ver de zee op gegaan en de toenemende wind heeft hen in de problemen gebracht. Ze vragen me om Port Control te bellen en hun penibele situatie te rapporteren. Via de marifoon maak ik kontakt met Port Control en verzoek om hulp voor de dames. Ikzelf heb ook mijn handen vol aan de toenemende wind en met moeite blijf ik vrij van de riffen aan stuurboord van de "outward passage". In de avond neemt de wind wat af en ik heb een makkelijke oversteek naar Western Samoa. Van slapen komt niet veel vanwege de eilanden en de ondieptes. Om 09.00 uur kom ik aan in de ankerbaai bij het plaatsje Apia, de "hoofdstad" van Western Samoa. Ik ben inmiddels de officiele datumgrens gepasseerd wat betekent dat het ineens 21 augustus is geworden ! Dus van 19 in een keer naar 21 augustus, en dus 20 augustus (de verjaardag van zus Josine !) nooit meegemaakt. Een rare gewaarwording waar je lang over kunt nadenken en over kan fantaseren. Het betekent ook dat ik nu vanuit Nederland beschouwd de halve wereld ben rondgezeild, dus van 4 graden oosterlengte naar bijna 180 graden westerlengte, dus meer dan 20.000 km. Als ik nog maar nauwelijks voor anker lig komt een "Health Offical" langs met een vragenlijst over de gezondheid van schip en bemanning. De man reageert op mijn in het bakboordwant gehesen gele Q-vlag, die uitdrukking geeft aan mijn verlangen om in te klaren  en waarmee ik tevens verklaar dat alles aan boord gezond is. Port Control meldt later dat de autoriteiten van de Customs onderweg zijn en dat ze weldra aan boord zullen zijn. Ze worden even later per dinghy afgeleverd door een andere cruiser die net voor mij is aangekomen. Het aan boord klimmen van de twee mannen (?) heeft heel wat voeten in aarde; ze hebben strakke rokjes aan (lokale dracht) en ze wegen meer dan 150 kilo per stuk. Het invullen van de formulieren gaat vlot en de Q-vlag kan omlaag.
Dan volgt het verzoek of ik hen wil brengen naar de Axiom van Sebastian die ook net is aangekomen.
Met veel problemen laten ze zich zakken in mijn dinghy en met weinig vrijboord ploffen we naar de Axiom. De Axiom is een Baltic 42 en de opstap naar het dek is groter dan die van de Suluk. De lichtste van het stel weet zich met moeite aan boord te hijsen maar dan verliest de zwaarste zijn evenwicht en beland zo'n beetje bij mij op schoot. De dinghy staat bijna recht overeind en het water kolkt naar binnen via de achterkant, de motor is bijna onder water. Ik sta ogenblikkelijk op en geef de zwaargewicht een duw naar voren, waardoor het bootje weer een beetje horizontaal komt te liggen. 
Ik heb zeker 100 liter water geschept. Sebastian ligt in een deuk van het lachen en ik ben erg opgelucht als de dikzak aan boord van de Axiom is gehesen.  Later die middag nog papierwerk ingevuld bij de Immigration en de Quarantaine. De volgende dag de wal op en Apia verkend. Levendig stadje met veel kerken en winkels. Er zijn verschillende markten waar van alles word verhandeld, groente en fruit, vis, houtsnijwerk en andere vormen van kunstnijverheid. Er heerst een ontspannen sfeer en de mensen zijn erg aardig. In een internetcafe bekijk ik de mail en het weer en bij de VVV haal ik brochures en kaarten van het eiland. Sebastian heeft problemen met zowel zijn inboard-, als met zijn outboardmotor, dus doe ik het nodige taxiwerk voor hem en zijn bemanning. Ritjes van en naar het dinghydock in de marina. Op 25 augustus gaan we naar een show in het "Cultural Village" van Apia.
Het Cultural Village is een soort openluchtmuseum waar de oude cultuur van het eiland wordt getoond.
De oude cultuur wordt hier de Fa'a Samoa (the Samoan Way) genoemd. De show begint met de Ava Ceremony, een welkomstritueel waarbij cocosmelk wordt gedronken, daarna volgt een optreden van een zang- en dansgroep met muzikale ondersteuning, er wordt traditioneel gekookt in een Umu, een aarden oven en iedereen krijgt een heerlijke maaltijd bestaande uit vis, taro (een soort spinazie), palusami (coconut cream), brood en bananen. Daarna volgt een demonstratie van Tapa, het bedrukken van de geprepareerde bast van de Mulberry boom, de tapa werd gebruikt als kleding maar ook als vorm van geld. Als souvenir koop ik een tapa, ook wel siapo genoemd. Vervolgens een demonstratie van Tatau, het aanbrengen van de traditionele tattoeage, die bijna het gehele lichaam bedekt. Ze beweren dat de tattoeage zijn oorsprong vindt in Samoa. Het aanbrengen gebeurt in sessies van 3 uur en soms worden wel 16 van deze sessies gebruikt om de hele tattoeage aan te brengen. Er zijn vrouwen die manden en tassen maken van palmbladeren, en er zijn mannen die houtsnijwerk maken van teakhout, ook daar koop ik een voorbeeld van. Al met al een interessante dag en een goede kennismaking met de Fa'a Samoa. De volgende dag huur ik samen de bemanning van de Axiom een auto en verkennen we Western Samoa. We zien verschillende indrukwekkkende natuurverschijnselen van dit vulkanische eiland, zoals watervallen, zoetwaterbronnen, regenwouden, en hebben onderweg een heerlijke lunch aan een droomachtig palmenstrand. Op 28 augustus begint het weer een beetje te kriebelen en ga ik alvast uitklaren bij de Immigration en de Customs, en op 30 augustus vertrek ik naar mijn eerste Tonga eilandje, genaamd Niuatoputapu, door sommige Amerikaanse cruisers gemakzuchtig verbasterd tot "New Potatoe". Het is 180 mijl naar het zuidwesten, en ik vertrek om 18.00 uur, omdat ik wil proberen in anderhalve dag die afstand te overbruggen. Bij het vertrek waait het niet hard genoeg naar mijn zin en op de motor tuf ik onder het eiland uit. Om middernacht vaar ik tussen 2 kleine eilanden de Pacific op en neemt de wind toe tot Bft 6/7.  Zet gelijk het 2e rif en haal de stagfok weg; de genua wordt een end opgerold. We doen 6 knopen. Voor het eerst sinds mensenheugenis moet ik weer eens aan de wind varen, dat is wel weer even wennen. De herrie benedendeks maakt het slapen onmogelijk. zo nu en dan slaat een golf over het hele schip en alle luiken moeten dicht. De volgende ochtend ruimt de wind wat en kan ik iets lager sturen, daardoor neemt de snelheid toe en dreig ik te vroeg (in het donker) aan te komen.  Daarom ga ik de volgende nacht een paar uur bijliggen (een methode om de snelheid uit de boot te halen) met de genua bak
getrokken en het roer over een boord vastgezet. Om 07.00 uur ga ik de nauwe en slecht gemarkeerde 
passage door en om 08.00 uur valt het anker. Tot mijn grote genoegen zie ik Seakey liggen en ook de Firefly is er, dat wordt vast weer gezellig. Even na mij loopt ook de Axiom binnen. Al snel komen Rick en Lara (Seakey) aan boord om bij te praten, heb hen voor het laatst gezien op Huahine eind juni.
Zij zijn via de Cook Eillanden, Palmerston, Nue en Vavau naar New Potatoe gevaren, een meer zuidelijke route. Ook Sebastian komt aan boord en wij vinden wel dat we een aankomstbiertje verdiend hebben. Overdag een aantal uren slaap ingehaald en 's avonds met nagenoeg alle ankeraars bij de Seakey aan boord geborreld  en gegeten. Erg gezellig en veel verhalen, onder andere over een drama dat zich de vorige dag op de ankerplaats had voorgedaan en waar iedereen bij betrokken was geraakt. Wat was er gebeurd: een Filippijnse vrouw was na een echtelijke ruzie gevlucht naar de Seakey, maar haar paspoort was nog op de boot van haar man. Rick is nogal een kordate vent en ging wel even dat paspoort opeisen. Ook de politie van het eiland werd ingeschakeld. Na een hele dag van praten, duwen en trekken kwam het paspoort boven water en vertrok de Seakey naar Samoa met Rick en 2 Filippijnse vrouwen. Vanwege te harde wind uit de verkeerde richting moesten ze na 2 uur terugkeren.
Die nacht maakte de gevluchte vrouw het weer goed met haar man en keerde terug bij hem aan boord, iedereen in verwarring achterlatend vertrokken ze in de ochtend, naar Fiji. Peyton Place op de ankerplaats. De volgende dag zonder problemen ingeklaard en 's avonds te gast van Drew en Shelly van de Firefly, heerlijk gegeten en hun foto's en video's bewonderd. Op 3 september heeft Sia de lokale "godmother" van alle cruisers samen met haar man Nico een "pig-roast" georganiseerd op een kleine motu vlakbij de ankerplaats. Het eiland wordt bewoond door een grote groep wilde varkens en zo nu en dan wordt er een geconsumeerd. Voor 50 USD heeft Sia gezorgd voor 2 kleine zwijntjes die aan het spit boven een houtvuur worden geroosterd. We zijn met 5 boten en iedereen heeft iets meegebracht als aanvulling op het varkensvlees. Ik heb gezorgd voor een flinke pan sate-saus die erg in de smaak valt. Verder is er natuurlijk wijn, bier en kokosmelk voor iedereen. Het is zeer genoeglijk en 
het eten is fantastisch. Op zaterdag  5 september organiseert Sia voor de zeilers een rondrit over het eiland. Met 12 man zitten we in de bak van haar oude Mazda pick-up en rijden langs verschillende kleine nederzettingen, het "paleis van de koning" als hij op bezoek komt, een eenvoudige winkel, de plantage van haar man Nico, waar hij allerlei groente en fruit kweekt en een mooie zoetwaterbron met
vissen en schildpadden. Die avond is er bij mij aan boord een afscheidsfeestje met de bemanningen van de Seakey en de Axiom. Iedereen gaat een andere kant op; Seakey wil alsnog naar American Samoa om verschillende scheepsonderdelen aan te schaffen, Axiom gaat naar Fiji in verband met een bemanningswissel en ik ga naar Vavau om vandaar later naar Fiji over te steken. Op 6 september ben ik vroeg op en om 06.00 uur verlaat ik in de ochtendschemering de ankerplaats. Ik vaar rond het eiland en stuur dan naar het zuiden richting de Vavua Archipel, een groep eilanden op 175 mijl. Een lekker lopend windje en volop zon, een ideaal begin. Om 09.00 uur hoor ik walvissen blazen maar ik zie ze niet, maar om 17.00 uur komen er drie op me af, het zijn net drijvende eilanden. Net voordat ze bij me zijn duiken ze onder de boot door en even houd ik mijn adem in, bang dat ze me op zullen tillen, maar er gebeurt niets en iets later zie ik ze achter me wegzwemmen. Zo nu en dan komt de geweldige staart, die voor de aandrijving zorgt, boven water, het zijn Humpback Whales, ik ben te laat om foto's te nemen, jammer. Om 18.00 uur heb ik nog 120 mijl te gaan en de wind is afnemend. De nacht is rustig en ik slaap in stukjes van een uur. De volgende morgen om 08.00 uur nog 63 mijl, dat ga ik niet halen voor donker met deze wind. Een groot deel van de komende nacht het schip bijgelegd onder de eilanden, de wind is variabel van kracht en richting en zorgt ervoor dat er van slapen niets terecht komt. De volgende morgen is het grijs en regenachtig en loop ik de baai binnen. Er zijn veel jachten en om 09.00 uur maak ik vast aan een mooring. Ik krijg vrijwel direct bezoek van een lokale handelaar in een bootje die me slecht gemaakt houtsnijwerk wil verkopen. Ik heb geen interesse maar ik maak een kop koffie voor hem en geef hem een van mijn oude landvasten, waar hij blij mee is. Als hij weg is ga ik een paar uur slapen. De volgende ochtend word ik vroeg gewekt door de schipper van een "Whale Watch Boat" die zijn mooring terug wil. Ik verontschuldig mij en vind een andere vrije mooring, daarna ga ik me melden bij de autoriteiten, inklaren hoeft niet want Vavau behoort bij het koninkrijk Tonga. Op de markt kom ik oude bekenden van de Hollandse jachten Aura en Vela tegen, daarna naar het cafe om te internetten. Op donderdag 10 september kom ik bij het Aquarium Cafe Menno van de Kairos tegen en ook Roel en Jacomien van de Tara. Menno wil zaterdag vertrekken, maar we spreken af om vrijdag met zijn vieren te eten bij Aquarium. Heb gemerkt dat mijn creditcard niet meer werkt en bel naar ICS in Nederland om opheldering. Volgens ICS waren er verdachte transacties geweest in Samoa vandaar de blokkering. Ik leg uit wat er was gebeurd en alles zou weer goed komen. Op vrijdag ge-facemaild met Elisabeth en leuk bijgepraat, die avond inderdaad lekker gegeten bij Aquarium met Roel en Jacomien en met Niels en zijn vrouw van de Unwind (Menno was nerveus geworden en was al vertrokken naar Fiji). De Hollanders maken me enthousiast voor de "Whale Swim", een dag met een motorboot de zee op om dan te gaan snorkelen met de walvissen, ze laten foto's en video's zien en het is fantastisch. Vavau schijnt de enige plek ter wereld te zijn waar dit soort aktiviteiten nog zijn toegestaan. De volgende dag maak ik een reservering voor een Whale Swim op donderdag 17 september. Het kost 175 USD, niet goedkoop maar het is inclusief lunch, verzamelen om 07.15 uur op de kade.  De volgende dagen veel aan boord geklust; wc gerepareerd, diverse lak-en schilderwerk uitgevoerd, kleine lekkages verholpen, de was gedaan, de waterlijn weer eens schoongemaakt, lekker eten gemaakt, veel gelezen en een begin gemaakt met het schrijven van deze blog-editie. En dan is het de donderdag van Whale Swim; ik ben vroeg op en na een snelle kop thee ga ik per dinghy naar de kade waar de Whale Boat ligt afgemeerd. Ik ben de eerste en hoor van de schipper dat er nog 6 opstappers worden verwacht. Snel daarna komen ze aan boord, een groepje van 5 Taiwanezen en een Japanner. De Taiwangroep bestaat uit 4 jonge vrouwen en een mannelijke gids. De man is kennelijk vertrouwd met het fenomeen Whale Swim, hij komt hier al vijf jaar voor een vakantie van twee weken en gaat dan elke dag de zee op met zijn camera's en zijn aanhang, in dit geval de vier vrouwen. Hij is wereldberoemd in Taiwan en omstreken vanwege zijn website met duizenden foto's van walvissen. Ze zijn hier al een dag of tien dus ze kennen het klappen van de zweep. Voor mij is het allemaal nieuw en met enige verbazing bekijk ik de foto- en filmapparatuur die de groep aan boord brengt. De boot is uitgerust met 2 keer 150 pk Yamaha buitenboordmotoren, dus in no time zijn we op zee, maar van walvissen voorlopig geen spoor. Het is bewolkt en het waait flink en iedereen aan boord tuurt over het wateroppervlak op zoek naar een staartvin of een waterfontein van een ademende bultrug. Deze walvissen leven van krill (kleine garnaaltjes) en plankton, die ze met hun baleinen uit het zeewater filteren. Normaliter leven ze in de koude wateren van Antarctica waar dit voedsel nog volop aanwezig is, maar voor de voortplanting komen ze naar het noorden, met name naar de wateren rond Vavau waar ze beschutting vinden en waar de watertemperatuur een stuk hoger is. De zwangerschap duurt 11 maanden en het eerste jaar brengen moeder en kind en vaak ook de vader in deze omgeving door.
Na de geboorte weegt de baby al gauw 1000 kg (!), dat is nog eens wat anders als een kind van 9 pond ! Na een paar uur heen en weer scheuren vinden we onze eerste walvissen. De schipper probeert voor hen uit te varen en met 4 man springen we in de zee om hen op te wachten. Maar de walvissen zijn onrustig en duiken onder ons door, niemand heeft iets gezien. We klimmen weer aan boord en dit herhaalt zich zo een aantal malen. We zijn op zoek naar een voedende moeder met een kalf (kind) die min of meer stationair in het water drijft,  maar we vinden haar niet. Wel zien we soms hoog boven het water springende walvissen die kennelijk op doortocht zijn. Ik kan gelukkug een paar mooie foto's maken, maar van zwemmen met de walvissen komt niets terecht, jammer. De Taiwanezen maken zich geen zorgen zij hebben hun onderwaterfoto's al lang gemaakt en gaan morgen gewoon weer de hele dag het water op. Ik moet er niet aan denken, een dag is voor mij genoeg !  Later hoor ik een mogelijke verklaring voor het onrustige gedrag van de walvissen, de avond voor mijn Whale Swim was er een lichte Tsunami waargenomen (vrij ernstig in Chili !) die de beesten kennelijk heeft verontrust. Het is inmiddels eind september en het wordt weer eens tijd om te vertrekken. Het weer is nogal wisselvallig de laatste weken (El Nino ?) maar begin volgende week komt er weer wat lijn in. Naar het lijkt een zuidoostelijke passaatwind, goed voor de overtocht naar Fiji, zo'n 450 mijl naar het westen. 
Daarna rest mij nog slechts de laatste etappe naar Nieuw Zeeland, maar daarover schrijf ik in de volgende en wellicht laatste blog-editie van mijn reis.

So long Pieter


Mahi-Mahi, ook wel genaamd Dorado of Dolphinfish, gevangen na vertrek Bora Bora

 Suwarrow

American Samoa, Suluk in het midden bovenaan

Western Samoa, zoetwaterval

Wild zwijntje, klaar voor de "pigroast" op Niuatoputapu

Drew en Niko roosteren de varkentjes

Lara van de Seakey


ia jr.
Sia met dochter Sia Jr.

Pigroast met bemanningen van Suluk, Seakey, Vela, Green Duck, Firefly, Flying Dog en Frederieke

Ankerplaats in Niuatoputapu

Blue Marlin Vavau/Tonga

Bultrug Walvis (Humpback Whale) in Vavau/Tonga

Backflip Bultrug in Vavau/Tonga