zondag 9 maart 2014

7e etappe Barbados - Sint Maarten

Zevende etappe Barbados – St. Maarten

De overtocht van Barbados naar Bequia is nat en winderig en is voor mij een hernieuwde kennismaking met het solo zeilen.Ik vertrek op 28 december om 5 uur in de middag van Barbados. Gedurende de nacht probeer ik buiten wat te slapen maar herhaaldelijk dwingen regenbuien mij weer naar binnen. Ondanks de gereefde zeilen maak ik goede voortgang en als het licht wordt zie ik verschillende eilanden aan de einder. Ikstuur tussen St Vincent en Bequia door en verleg mijn koers naar bakboord. Om een uur of 12 loop  ik Admiralty Bay binnen en laat het anker vallen. De baai is groot en er liggen wel een 300 schepen voor anker.  Het is prachtig weer maar er waait nog steeds een harde wind,  ik besluit die dag aan boord te blijven en het anker in de gaten te houden. De volgende dag blaas ik de bijboot op en ga de wal op om in te klaren. In Bequia is gelukkig weinig veranderd het Frangipani hotel is er nog steeds en de ontspannen sfeer is ook onveranderd. Wel blijkt er op kerstavond een soort zondvloed te hebben plaats gevonden. Zeer zware en langdurige regenbuien met overstromingen als gevolg. Er zijn zelfs 5 mensen omgekomen. De sporen van dit natuurgeweld zijn hier en daar nog te zien. Bij Frangipani geef ik me op voor het oudejaars diner.  Als ik terugvaar naar de Suluk zie ik dat Peter en Myriam van de “Enjoyster” ook zijn gearriveerd en zij nodigen mij uit om even aan boord te komen voor een biertje. Ik zag hen voor het laatst in Puerto Mogan op Gran Canaria.  Als we zitten te praten komt er ineens een grote catamaran gevaarlijk dicht op ons af drijven. Er is niemand aan boord en zijn anker is gaan krabben. Hij schuift op de ankerlijn van deEnjoyster naar ons toe. Het waait nog steeds hard. We gaan anker op en zijn met veel moeite in staat de catamaran van ons af te houden. Andere zeilers komen te hulp en gaan aan boord van de catamaran en leggen  het schip weer voor anker. Dan komen de engelse eigenaren aanvaren met hun bijbootje en vinden hun schip op een heel andere positie. Excuses worden gemaakt en bedankjes worden aanvaard. Het had slechter kunnen aflopen. Het oudejaars diner bij Frangipani is lekker en gezellig en om 12 uur barst het vuurwerk los. Op veel schepen worden oude vuurpeilen afgestoken en overal wordt getoeterd. Op het strand is een rockband en wordt er gedanst. Het wordt laat die avond. Op 2 januari 2014 ga ik uitklaren en op 3 januari vaar ik met een flinke bries van Bequia naarCumberland Bay op St. Vincent. Met de hulp van een lokale linesman maak ik het achterschip vast aan een palmboom en laat op het voorschip het anker zakken. Er liggen nog een paar jachten en het is erg mooi. Ook hier waren overstromingen op kerstavond en zijn er mensen omgekomen. Sommige huizen zijn verzakt en op de wal liggen half vergane schepen. Eenrastafari komt langs met allerlei fruit en ik koop wat grapefruit, ananas, avocado, mango en een cocosnootEen fransman komt langs en nodigt me uit om bij zijn restaurantje te komen eten. Hij vertelt me zijn verhaal: 5 jaar geleden binnen gezeild met zijn vriendin en nooit meer weg gegaan, restaurant met huis gebouwd en begonnen met koken. Ze kunnen er net van leven, maar de overstroming heeft de weg  en de brug verwoest en nu kan hij niet naar het dorp voor inkopen. De volgende dag weer vroeg vertrokken richting St. Lucia. Als ik onder de beschutting van het eiland uit kom waait het flink en kan ik hoog aan de wind het nieuwe eiland maar nauwelijks aanlopen. Het schip stampt behoorlijk en zo nu en dan slaat een golfje de kuip binnen. Na een lange dag vaar ik tegen zonsondergang de beschutte ankerplaats MarigotBay binnen. Het ligt er vol met schepen, en ik heb moeite een plekje te vinden. Als ik eindelijk voor anker lig is het donker en smaakt een biertje mij erg goed. Maar al snel blijkt het anker te krabben en kom ik te dicht bij een ander schip te liggen. Ik haal het anker op en wil wegvaren, maar dan blijk ik aan de grond te zitten ! Kennelijk is er een klein  tijverschil. Na een half uur van proberen kom ik uiteindelijk met behulp van de genua los en vaar ik in het donker en in de stromende regen weg,  op zoek naar een betere ankerplek. Die vind ik aan het begin van de baai en daar valt tenslotte definitief  mijn anker. De volgende ochtend op de wal ingeklaard en de luxejachten  bewonderd die aan de kade zijn afgemeerd. MarigotBay is een van de mooiste en meest intieme van de ankerbaaien in de Carieb. Het kost dan ook een vermogen om hier voor de wal te liggen. Als ik weer aan boord ben besluit ik nog dezelfde dag door te varen naar Rodney Bay een mijl of 10 verder naar het noorden op St. Lucia. Ik hoop daar voor het eerst sinds Mogan weer eens in een marina te kunnen liggen. Als ik daar aankom blijkt de marina echter vol te zijn en ga ik maar weer voor anker. Het waait nog steeds hard en de Sulukligt behoorlijk te rollen. Ik ga toch maar de wal op en kan daar voor het eerst sinds een week of 6 (!) weer eens  lekker douchen en mijn  haar wassen. Er is een cafe met internet dus kan ik ook weer eens even naar mijn mail kijken. In de haven kom ik de Finnen van Funchal weer tegen, ze hadden een goede overtocht via de Kaap Verden. Bij de shipchandler koop ik een nieuw kompaslampje en een nieuwe cruising guide voor de Carieb. Als ik uit nieuwsgierigheid nog even door de haven loop zie ik tot mijn verrassing  de “Capibara”  liggen, eerder gezien in La Coruna en in  Vigo, met aan boord Henrik en Sine. Ze nodigen me uit voor de koffie en snel praten we bij over onze ervaringen. Hun overtocht was vrij zwaar met nogal al wat technische problemen.  Ze kwamen aan op Martinique waar ze met hun vrienden Roger en Margaret van de “Magnetic  Attraction”  oud en nieuw vierden. Nu gaan ze verder naar het zuiden om later weer noordwaarts richting New York te zeilen.   Aardige lui !  De volgende dag maar weer verder gevaren naar Port du Marin op Martinique.  Daar wederom geen ligplaats in de marina dus opnieuw voor anker.  Deze baai blijkt het (franse) centrum voor de chartervaart in de Carieb te zijn. Er liggen hier enige duizenden jachten waarvan de meestecharterschepen, waaronder veel catamarans. Naast me ligt een grote nederlandse tweemaster voor anker , genaamd de “Ocean Viking” met aan boord  Maarten van de Berg en zijn vriendin  Alida. We maken een praatje en die avond nodigen ze mij uit bij hen aan boord te komen eten. Was heel gezellig, Maarten charterd  met Ocean Viking al een heel  aantal  jaren  vanuit Martinique  en  vaart met betalende gasten tussen St. Maarten en Grenada. Nu heeft hij even geen gasten en zeilt hij samen met zijn vriendin. In de ochtend ga ik de wal op en ga ik inklaren, ik doe wat boodschappen en doe de was in een wasserette. Die  avond eten Maarten en Alida bij mij aan boord en kook ik chili con carne voor hen. De volgende ochtend ga ik weer anker op en vul de diesel en watervoorraad aan bij het drijvende bunkerstation van de marina.  Dan zeil ik weer verder richting St. Pierre ook op Martinique. Het waait weer flink en kort na het vertrek besluit ik wat zeil te minderen. Ik volg een betondegeul  en ik vaar op de electrische autohelm. Als het rif er in zit sta ik op bij de mast en zie tot mijn schrik dat we met grote snelheid op een ton afvaren. Ik wil snel naar het stuurwiel om koers te wijzigen, maar onderweg daar naar toe gijpt de boot en maait de giek mij bijna van boord. Ik duik er onderdoor en ben net op tijd bij het stuurwiel om de boot langs de ton te sturen. Oei, dat was op het nippertje, beter uitkijken in hetvervolg !  Bij St. Pierre  ga ik weer ten anker en blijf die avond aan boord. St. Pierre is bekend geworden door de enorme uitbarsting van de vulkaan Mont Pelee die 1902 het leven kostte aan bijna alle 25.000 inwoners van de stad.  Op 10 januari vaar ik van St. Pierre naar Roseau op het eilandDomenica. Ook hier aan boord gebleven en niet ingeklaard. De volgende morgen  met  veel wind en 2 riffen vertrokkenrichting  Iles des Saintes een eilandje net ten zuiden van Guadeloupe. Na een snelle overtocht  daar vastgemaakt aan een  mooring  en de wal opgegaan voor boodschappen en  eenWifi cafe. De email bekeken  en  het weer  voor de  komende dagen bestudeerd.  Op  12 januari weer  vroeg  weggevaren naar  Antigua, Guadeloupe aan stuurboord  laten  liggen. Met veel wind  Falmouth  Harbour van Antigua  binnen  gevarenen daar geankerd  temidden van de superjachten. Bij NelsonsDockyard ingeklaard en de prachtige schepen in EnglishHarbour bewonderd. Antigua is inmiddels helemaal ingericht voor de ontvangst van heel veel superjachten, zowel zeilalsmotorschepen. De betonnen steigers zijn hurricane-proof en zijn voorzien van krachtstroom-, water-enafvalwateraansluitingen. De steigers zijn bewaakt en demarina is van alle gemakken voorzien. Dat het niet goedkoop zal zijn om hier te liggen moge duidelijk zijn. Het lijkt wel of het aantal superjachten in de laatste 20 jaar is verveelvoudigd ! In groot kontrast met deze luxe  is de aankomst in EnglishHarbour van twee jongens die met een roeiboot de oceaan zijn overgestoken. Ze hebben er bijna 50 dagen over gedaan en zijn in goede konditie. Ze worden bedolven onder pers-aandacht en ze genieten zichtbaar van hun prestatie, wat eenbikkels !  Ik “facetime” met Elisabeth en het is fijn te merken dat het goed met haar gaat. Ze heeft haar blog  (gonesailingbacksoon.tumblr.com) afgesloten en ik (en anderen)hebben haar geprezen om de stijl en de humor die zij daarin etaleert. Na een paar dagen Antigua vertrek ik op 15 januari richting Nevis. In eerste instantie is er niet veel wind, maar als ik onder het eiland uitvaar begint het harder te waaien. De koers naar Nevis is plat voor de wind en dus niet zo aantrekkelijk.  Ik besluit derhalve mijn plannen aan te passen en Nevis over te slaan en in plaats daarvan rechtstreeks naar St. Maarten te varen. De afstand is weliswaar ruim 100 mijl maar ik heb een prettige bakstagwind en ik kom zo wat eerder aan op St. Maarten, mijn voorlopige einddoel. Het nadeel is dat ik midden in de nacht dreig aan te komen. In  de loop van de middag begint het nog harder te waaien en trekken donkere wolken zich boven mijn hoofd samen. Ik passeer Nevis en St. Kitts aan stuurboordzijde en in de nacht passeer ik St. Bart aan bakboord. Na middernacht kom ik voor de haven van Philipsburg op St. Maarten, het is lager wal en met moeite krijg ik de zeilen gestreken en de motor gestart. Met behulp van de radar vind ik mijn weg door de baai en omzeil ik baggerschepen, cruiseboten en geankerde schepen. Om 02.00 uur laat ik vermoeid doch voldaan mijn ankervallen.  Einde van deze etappe en dus een oorlam verdiend. De volgende ochtend maak ik vast in Bobby’s Marina en maak kennis met Michael de havenmeester en met Erik de technische man van de marina. Al in oktober 2013 had ik voor 5 weken een ligplaats gereserveerd vanwege mijn voorgenomen bezoek aan Nederland ten behoeve van de jaarlijkse skiweek en tevens om nog even naar de oog- en de tandarts te gaan. En ook een beetje om te kunnen kijken naar de Olympische Winterspelen in Sotchi. Ik vlieg pas op de 22ejanuari dus ik heb nog een week om wat klussen te doen en wat te relaxen. Voor het eerst sinds het vertrek van Mogan op 30 november weer eens komfortabel langszij in een jachthaven. Water en stroom van de wal, de kroeg en de supermarkt vlakbij, een douche met koud(?) stromend water en een goedgesorteerde  shipchandler op de kade. Kortomgeweldig !! Ik vraag aan Erik om aantal zaken voor mij te repareren gedurende mijn afwezigheid. Voor mijn vertrek zorg ik dat de boot goed vastligt en dat alle losse onderdelen van dek naar onderdeks verhuizen. Ik vraag Michael en Erik om dagelijks een oogje in het zeil (?) te houden en geef hen mijn kaartje en een sleutel van het schip ingeval van nood. Op 22 januari vlieg ik via Philadelphia naar Amsterdam. Van  24 januari tot 1 februari heb ik een geweldige skiweek in de Dolomieten met mijn vastski/bridge vrienden Benno, Huub en JaapJan. De bezoeken aan de oogarts en de tandarts verliepen voorspoedig en ook de Winterspelen waren voor ons een succes. Diverse familie, vrienden en vriendinnen gesproken en een leuke tijd gehad. Op 24 februari via Philadelphia en Charlotte  terug gevlogen naar St. Maarten. In Philadelphia Elisabeth nog even gezien en samen aldaargegeten.  Bij aankomst op St. Maarten neef Ilja Bendeleraangetroffen op het vliegveld, hij had een direkte vlucht uit Amsterdam en zal een week of 4 met mij meevaren.

Ik heb inmiddels besloten om in ieder geval door te varen naar Nieuw Zeeland en dus niet gelijk terug te varen via deN.Atlantic. Heb in Nederland al de nodige pilots en zeekaarten aangeschaft en vaar nu met Ilja via de Maagdeneilanden naarCuracou. Daarover de volgende keer meer.

Groeten Piet

 

 

 

 Admiralty Bay in Bequia

 

 

 

 

 Cumberland Bay / St. Vincent

 

 

 

 

 Diamant Rock / Martinique




Onderweg naar Sint Maarten



SkiBri 2014 in de Dolomieten


zondag 19 januari 2014

6e etappe Puerto Mogan-Barbados

Zesde etappe 


Mogan is in 18 jaar niet veel veranderd, nog steeds veel dagtoeristen die rond de haven drentelen en de terrassen bevolken en de zeezwervers die druk zijn met de voorbereiding op hun grote oversteek. Elisabeth en ik genieten van een aantal ontspannende weken zonder al te grote nautische opwinding. We lezen veel, doen wat boordklussen en kijken altijd uit naar het dagelijkse “happy hour”. Met een huurauto rijden we het eiland rond en stoppen in Las Palmas waar de 300 ARC  (Atlantic Rally Crossing) boten zich opmaken voor hun start op 24 november. De deelnemers komen voornamelijk uit Engeland, er zijn slechts een paar Hollanders die meevaren. Het is natuurlijk niets voor mij zo’n massaal gebeuren. Het zijn vooral redelijk onervaren zeilers die steun zoeken bij elkaar om voor het eerst een oceaan over te steken. Het is natuurlijk slechts een schijn-veiligheid want eenmaal op zee moet je het allemaal zelf doen. Het verschil in Mogan is wel dat er weinig kontakt is tussen de overstekers. In 1995 troffen we elkaar in de kroeg en wisselden gegevens uit, nu lijkt iedereen meer op zichzelf en vindt zijn informatie op internet. Ik vind dat jammer en samen met Elisabeth maken we een plan om dit te doorbreken. We stellen een pamflet op en nodigen alle vertrekkers uit voor een borrel in een kroeg in Mogan.  We  verspreiden het pamflet op de steiger en op de afgesproken tijd komen een stuk of 12 zeilers opdraven. Iedereen vindt het een leuk initiatief en er worden de nodige kontakten gelegd. Samen met Elisabeth maak ik een lijst voor de proviand die ik denk nodig  te hebben voor de oversteek, en op 13 november rijden we met een huurauto naar een Lidl (!) winkel in Maspalomas om grootscheeps in te slaan. We laden 2 grote karren vol met houdbare waar en sjouwen de spullen aan boord. Alles wordt opgeborgen onder de slaapbanken en de boot zinkt enkele centimeters dieper.  Elisabeth vliegt op 20 november naar Amsterdam om daar bij Joos te overnachten en om de volgende dag door te vliegen naar de States. Op de avond daarvoor heb ik een tafel voor twee  gereserveerd bij Que Tal, het beste restaurant in Mogan. We kleden ons netjes aan en genieten van het heerlijke eten en van onze laatste avond samen. De volgende ochtend nemen we al om 7 uur de bus naar het vliegveld en bij de gate nemen we ge-emotioneerd afscheid na een voor ons beiden bijzonder mooie  tijd.  De dagen daarna doe ik de laatste klussen aan de boot en doe nog een aantal laatste inkopen. Benno belt op zondag 24 november en nodigt me uit voor een bezoek aan hun vakantie-adres in de ANFI-beachclub en wellicht een rondje golf in de middag. De ANFI-beachclub is dezelfde als waar ik in 1995 onder valse voorwendselen samen met Jeltje naar  toe ben ontvoerd. Het is een luxe resort waar je op timeshare basis een appartement kunt kopen.  Heel comfortabel en stijlvol maar minder geschikt voor deze zeezwerverBenno en ik golfen gezellig op de mooie golfbaan en ’s avonds eten we met Wilma aan de kade in Mogan.  Op 27 november huur ik opnieuw een auto en rijd naar het vliegveld om Andrew en Wim op te halen. Zij zullen mijn bemanning zijn voor de overtocht naar Barbados. Het vliegtuig is op tijd en het weerzien is geweldig. We rijden terug naar Mogan en de mannen installeren zich aan boord, vooral Wim heeft veel te veel spullen bij zich maar de boot is groot genoeg en alles vindt een plekje. Andrew slaapt voorin en Wim midscheeps aan bakboord. We eten een hapje op de wal en bespreken de vooruitzichten voor onze oversteek. Ik heb de lange termijn weersvooruitzichten al bekeken en het ziet er niet gunstig uit. De eerste week weinig wind uit het zuidwesten, precies de richting waar we heen willen. Een groot lage drukgebied is onderweg over de oceaan naar de Kanaries en mogelijk afbuigend naar het zuiden. We kijken het een  dag aan en doen de laatste inkopen. Uiteindelijk valt op vrijdag 29 november de beslissing: morgen vertrekken we ! Het alternatief is minstens een week wachten, met de kans op een verslechtering van het weer. Ook de reeds gemaakte vakantie afspraken op Barbados van de partners van Andrew en Wim spelen een rol om het vertrek niet langer uit te stellen.  De diverse thuisfronten worden ingelicht over onze vertrekdatum en op de vrijdagmarkt van Mogan worden vele kilo’s groenten en fruit ingeslagen en aan boord op donkere plaatsen opgeborgen. Zaterdagmorgen 30 november wordt nog gasolie en water gebunkerd en om 09.00 uur zijn we weg. Het is bewolkt en er is te weinig wind om te zeilen, dus gaat de motor aan. We hebben ongeveer 225 liter brandstof, goed voor  zo’n 180 motoruren en een totale motorafstand van 900 mijl. De wachtindeling is als volgt: Wim heeft de wachten van 12 tot 4, Andrew de wachten van 4 tot 8 en ik die 8 tot 12, zowel overdag als in de nacht. Een komfortabel schema dus van vier uur op en 8 uur af. Indien assistentie  is vereist wordt in de eerste 2 uur de afgaande wacht gepord en in de laatste 2 uur de opkomende wacht. In de eerste dagen is het allemaal nog een beetje wennen en is de bemanning nog wat onrustig, maar na verloop van tijd begint iedereen zijn draai te vinden en komt het scheepsritme een beetje  op gang. Wim heeft in het begin nogal last van slapeloosheid wat natuurlijk erg vermoeiend wordt. Slaappillen en oordoppen zorgen uiteindelijk voor zijn benodigde rust. Er wordt om de beurt gekookt wat soms een hele toer is op een slingerend en rollend schip. De kwaliteit is over het algemeen goed . Voorafgaand aan het eten drinken we 1 biertje (!), Andrew en Wim hadden zich oorspronkelijk voorgenomen om gedurende de reis helemaal niets te drinken, maar moesten daar toch vanaf zien. De kapitein drinkt nog wel een glas wijn bij het eten, maar daar blijft het bij.  Het weer is de eerste 10 dagen inderdaad bedroevend, vaak weinig wind uit de verkeerde  richting, we noteren dagafstanden van gemiddeld slechts 80 mijl en konsumeren veel brandstof. Soms zijn er nachten met hevige onweersbuien en windstoten en moet er worden gereefd. Soms is het de hele nacht windstil en wordt er op de motor gevaren. Het wachten is natuurlijk op het echte passaatweer, wat volgens de theorie in de buurt van de 30 graden West/ 20 graden Noord  moet gaan beginnen. En inderdaad als we daar zo rond 10 december arriveren begint het weer te veranderen. De zware bewolking neemt af en de wind draait naar het noordoosten. De wind is wel krachtig, vaak Bft 6/7 en regelmatig zijn er fikse regenbuien (squalls) waarin het nog even wat harder waait. De zee bouwt flink op en de golven zijn soms wel 6 a 7 meter hoog. Een enkele golf slaat wel eens in de kuip. We varen in principe met de genua uitgeboomd en 1 of meer reven in het grootzeil. Tijdens een squall wordt vaak de genua een stuk opgerold en wordt er met de hand gestuurd. Normaal doet de windvaan al het stuurwerk.Zo nu en dan gaat er iets kapot en wordt dat al of niet gerepareerd. Zo valt de radarreflector overboord en  op een gegeven moment koelt de motor niet meer. Ook een van de spibomen schuift niet meer helemaal uit en de kompasverlichting  doet het ook niet meer. Met onze gezamenlijke kennis en inzet worden de meeste van de problemen echter weer (tijdelijk) opgelost. Als we de passaat te pakken hebben gaan de dagafstanden naar gemiddeld 140 mijl, dat schiet dus lekker op. We proberen te vissen en zo nu en dan zit er iets aan de haak. De eerste keer een mooie dorade die echter op het laatste moment weet te ontsnappen, de volgende keer een grote tonijn die Wim alleen maar heeft zien springen, de laatste keer een flinke barracuda die we er niet lekker vonden uit zien, dus die herkreeg de vrijheid. We zien heel vaak dolfijnen en een enkele keer een mooie walvis of een schildpad.  Schepen zien we nauwelijks dus in de nacht varen we vaak zonder lichtjes.  Op  de vroege ochtend van 24 december  laten we uiteindelijk om een uur of vier  het anker vallen in Carlisle Bay/Barbados. We nemen een oorlam en voelen ons voldaan, in ruim 23 dagen naar de overkant, het ging niet vanzelf maar we deden het ! Het was veel zwaarder dan in 1995 toen ik alleen voer, maar minstens zo mooi. De volgende ochtend varen we door naar Port St.Charles aan de noordwest kant van Barbados om in te klaren en om een ligplaats in de marina te krijgen. Dat inklaren gaat vrij vlot maar de ligplaats in de marina lukt niethet is weer een prive-resort voor rijke eigenaren, dus moeten we weer de zee op, kerstavond voor anker op een onrustige zee met regen en onweersbuien.  Na 23 dagen op zee hadden we dit ons iets anders voorgesteld, maar we schikken ons en de kapitein komt tevoorschijn met een mooie foie gras en met een aardige fles wijn, we steken de olielamp aan en al schommelend nemen we het leven nog even door, en wordt het toch nog een memorabele  kerstavond. De volgende dag varen we terug naar Carlisle Bay/Bridgetown en ’s avonds vieren we kerst met de lokale rastafari’s in een onguur straatcafe met harde reggaemuziek, we eten hete kip en drinken veel bier, ook iets om niet gauw te vergeten. Op 26 december gaan Andrew en Wim van boord en ga ik me voorbereiden op mijn verdere solotocht richting St. Maarten.  De boot wordt schoongemaakt en de nodige inkopen worden gedaan. Die avond hebben we met zijn drieen nog een gezellig afscheids- etentje  aan het water in Bridgetown met een geweldig dixieland orkest en fantastische seafood.  De volgende dag vertrek ik in de middag richting Bequia, een van de Grenadine eilandjes op zo’n 100 mijl naar het westen. Daarover de volgende keer meer. Iedereen alvast een gelukkig 2014 gewenst !

Piet

 

 

 

 Zonsondergang in Mogan


 Survival Training


Vlak voor vertrek


Vertrek uit Mogan, vol gebunkerd


Wasdag


Val gebroken


Stuurman Wim


Stuurman Andrew

Kapitein Piet

 

 

 

donderdag 14 november 2013

5e etappe Porto Santo -Gran Canaria

Op Porto Santo een paar dagen geluierd en een beetje in zee gezwommen. Op de steiger kennis gemaakt met diverse andere oceaanzwervers, onder andere met onze duitse buren Stefan en Angelika, die met een zelfgebouwd misbaksel genaamd de “Spokenkieker” (?) al een jaar of 8 heen en weer varen tussen Madeira, de Azoren en de Kanaries. Het is een stel overjarige hippies en alles gaat erg low-budget. Op 10 oktober varen we verder naar Madeira, het is maar een stukje van 35 mijl en aan het eind van de middag leggen we aan in de nieuwe marina genaamd “Quinta do Lorde” aan de oostkant van het eiland. De marina is onderdeel van een luxe resort met allerlei voorzieningen. Het is allemaal erg duur en er zijn weinig mensen. We betalen 40 euro per nacht en vertrekken daarom de volgende dag maar weer naar Funchal de hoofdstad van Madeira. Iedereen had ons gewaarschuwd dat Funchal erg vol zou zijn, maar als we ons voor de haven melden voor een ligplaats kunnen we gelijk naar binnen en krijgen een mooie plek aan de kade toegewezen. We meren af op mediterrane wijze, dat wil zeggen met de kont naar de steiger en het voorschip aan een mooring.We hebben veel bekijks want over de hooggelegen kade is het een grote parade van slecht geklede dagjesmensen en ander toeristenvolk. We verkennen Funchal en bekijken de beroemde botanische tuinen en de stijlvolle gebouwen en avenida’s van de stad. We drinken koffie op het gezellige terras van het Ritz hotel. Via de VVV komen we er achter dat er mooie wandelroutes over het eiland zijn uitgezet, vaak langs de “levada’s”, dat zijn oude smalle waterlopen vanaf de vochtige bergen naar de droge kustgebieden. Op  13 oktober nemen we samen met een Fins stel een taxi naar Ribeira Frio een berg op een hoogte van 1000 meter en lopen over een prachtig pad naar Portela, een wandeling van zo’n 13 kilometer met onderweg mooie vergezichten over de oceaan. In Portela drinken we een drankje en treffen de Finnen aan die voor ons uit gelopen zijn. We delen weer een taxi terug naar Funchal. Een paar dagen later maken we nog een wandeltocht, nu nemen we de kabelbaan vanuit Funchal naar Monte op zo’n  600 meter boven de zee en lopen vandaar via een steil en lastig pad weer naar beneden. Het laatste stuk dalen we via eindeloze trappen door de buitenwijken van Funchal naar de haven. De volgende dagen enige spierpijn in de kuiten. We genieten erg van ons luizeleven en na het eten gaan we vaak naar het terras van het Ritz hotel voor een nightcap. Er speelt daar iedere avond een goed bandje met een swingende zangeres. Ze spelen het klassieke reportoire met nummers als “Volare”, “Mary Lou”, “Yesterday” en “When the Saints” We drinken een glaasje “Madeira” en knabbelen aan een “Honeycake”. Een enkel enthousiast paar waagt zo nu een dansje en de sfeer is goed. Op 17 oktober is het weer tijd om te gaan en met weinig wind vertrekken we om 09.00 uur uit Funchal richting het kleine Kanarie eiland La Palma. De afstand is 250 mijl en die wordt geheel op de motor afgelegd. De wind die er is, is te zwak en/of soms tegen. Op 19 oktober komen om 19.30 uur nog net met daglicht aan in Santa Cruz de la Palma. La Palma is het op een na (Hierro) kleinste Kanarie eiland en is relatief erg groen. Het hoogste punt ligt op 2450 meter en hier hebben verschillende landen telescopen gebouwd ter bestudering van het heelal. Het uitzicht naar het heelal is hier uitzonderlijk helder vanwege het nagenoeg ontbreken van (licht)vervuiling van de atmosfeer. Met een huurauto beklimmen we de Pico de la Cruz en op de top kijken we over de rand in de enorme vulkaankrater, indrukwekkend ! We bewonderen de telescopen en rollen weer naar beneden. We maken een rondrit over het noordelijk deel van het eiland en ik krijg dikke armen van de honderden haarspeldbochten. De volgende ochtend zijn we vroeg op pad naar een strandje waar we gaan snorkelen. We hebben allebei zwemvliezen en een duikbril met snorkel en steken onze kop onder water. Zo drijven we langs de rotsen en zien fantastisch gekleurde vissen en planten. De vissen zijn totaal niet bang van ons en wij ook niet van hen. We kunnen niet te lang blijven want om 12.00 uur moet de huurauto weer worden ingeleverd, en we willen nog langs de Lidl voor wat goedkope boodschappen. Op 23 oktober vertrekken we om 20.00 uur ’s avonds naar La Gomera. Het is wederom nagenoeg windstil en met een halve maan varen we over rimpelloos water zo nu en dan vergezeld van wat nieuwsgierige dolfijnen. Het is maar 50 mijl en we arriveren de volgende morgen om 09.00 uur in de haven van San Sebastian de la Gomera.  De marina is een beetje rommelig met veel zogenaamde “live-aboards” maar het is niet ongezellig en het ligt vlakbij het centrum van de stad met leuke restaurantjes en terrasjes met wifi. Ook hier huren we weer een auto en rijden het eiland rond, zoals op alle Kanaries is ook hier het noordwesten weer groen en vochtig en het zuidoosten kaal en droog. Onderweg drinken we koffie bij een prachtige golfclub (greenfee 100 Euro) met uitzicht over de oceaan. In de loop van de middag stoppen we in een afgelegen dorpje genaamd Valle Hermoso en drinken daar een glaasje op een terras. In de dagen daarna maken we twee keer een prachtige wandeling. We nemen daarvoor de bus en laten ons op een meestal hoog punt afzetten om dan door de bossen naar zeenivo weer af te dalen. Op andere dagen gaan we snorkelen en soms doen we helemaal niks behalve lezen en luieren. Tijdens ons verblijf op La Gomera waait het iedere dag nogal hard, soms zelfs zo hard dat we niet buiten kunnen zitten. Een van de redenen kan zijn dat de haven vlak achter een fikse berg ligt en dat er periodiek gigantische valwinden van die berg af lazeren. De hele boot zit onder een fijn soort zwart vulkanisch stof dat door de wind wordt aangevoerd. Op zaterdag 2 november lijkt de wind wat te bedaren en besluiten we te vertrekken richting Tenerife. Als we uitvaren is er bijna geen wind en blijft de motor bij, maar na een halve mijl begint het ineens te waaien. In een mum van tijd staan er fikse witte koppen en waait het windkracht 7. Ik heb teveel zeil opstaan  en de autohelm kan het niet meer aan. Ik rol de fok voor een deel op en ga met de hand sturen, we lopen meer dan 8 knopen door het water. Elisabeth is “not amused”. Na een paar uur komen we onder de hoge wal van Tenerife en worden wind en zeegang wat minder. Ik zet toch maar een rif in het grootzeil want we moeten nog rond de zuidkaap van het eiland en daar waait het altijd zeggen ze. Als we daar aankomen is de wind echter verdwenen, maar staat er nog wel een  irritante deining die van alle kanten lijkt te komen. Met de motor nagenoeg vol vooruit loopt de snelheid soms terug naar 1,5 knoop. Na deze afwisselende tocht komen we om 17.00 uur aan in de San Miguel marina aan de zuidoost kant van Tenerife. We krijgen de laatste vrije box van de haven en als we vast liggen genieten we terdege van ons aankomstbiertje. De volgende dag blijkt dat haven naast een golfbaan is gelegen en we besluiten derhalve om een balletje te gaan slaan. Elisabeth heeft veel talent en slaat zelfs een par op de laatste hole. We maken reservering voor een huurauto maar als we die willen ophalen blijkt hij niet beschikbaar te zijn. De juffrouw verexcuseert zich maar heeft geen auto. Ook bij andere verhuurders is op korte termijn niets te regelen. Jammer, we hadden naar de “Teide” gewild, de dominante hoge vulkaan op het midden van het eiland. Met een hoogte van ruim 3700 meter is dit de hoogste berg van Spanje met eeuwige sneeuw op de top. Je kunt met de auto bijna naar de top,  het laatste stuk gaat er een kabelbaan. Dus niet voor ons !  Aan de hand van de weersvoorspelling besluiten we dat donderdag  7 november een goede dag is voor de oversteek naar Gran Canaria. De trip naar Puerto Mogan is bijna 50 mijl en we vertrekken daarom om 07.00 uur, vooralsnog met niet veel wind. Maar zoals met de vorige oversteek gebeurt ook die dag, als je eenmaal los bent van het eiland begint het te waaien, je komt in een soort wind versnelling terecht die tussen de hoge eilanden ontstaat. We zijn nu goed voorbereid en met een rif in het grootzeil en een deels opgerolde genua is het goed te doen. We moeten wel goed hoogte houden om Mogan te kunnen aanlopen. Ik stuur weer met de hand en verander langzaam in een zoutpilaar vanwege het overkomende buiswater. Bij de oostkaap van het eiland waait het weer kracht 7/8 maar met een knik in de schoot is het nog net te doen. Dichterbij het eiland valt de wind weer weg en gaat de motor nog even bij. Om 17.00 uur vastgemaakt in de gezellige haven van Mogan aan de zuidwest kust van Gran Canaria. Elisabeth krijgt weer wat kleur en ook de eetlust is snel weer terug. We hebben gereserveerd en dat is maar goed ook want de haven is nagenoeg vol en er liggen verschillende scheepjes voor anker te wachten op een plekje. Wij mogen voorlopig tot de 10enovember blijven, maar eigenlijk wil ik hier blijven tot de 28e om dan van hieruit de oceaanoversteek te beginnen. Maar daarover de volgende keer weer meer. Elisabeth vliegt helaas op de 20e november via Amsterdam terug naar de States en de nieuwe bemanningsleden Andrew en Wim komen aan op in Las Palmas op 27 november.

Tot zover, 

Groeten Piet en Elisabeth ( blog: gonesailingbacksoon.tumblr.com )

Ribeiro Frio naar Portela


Monte naar Funchal


Telescoop op La Palma


Krater La Palma


Zonsondergang La Gomera


Golfclub La Gomera


Kapitein neemt de voorraad op