Op 30 januari 2015 keer ik terug aan boord van mijn geliefde Suluk in Panama, na een niet geplande onderbreking van mijn zeilreis naar Nieuw Zeeland van ongeveer 8 maanden, die ik grotendeels doorbracht in Nederland. De reden voor deze onderbreking beschreef ik reeds in mijn vorige blogverslag. De acht maanden werden prettig beleefd; eerst bezocht ik in juni 2014 mijn beide kinderen Willem en Elisabeth in North Carolina/USA, daarna had ik in augustus een heerlijke wandelvakantie in de Frans/Zwitserse Alpen, ik liep van St. Gingolph aan de zuidkant van het meer van Geneve naar Martigny in het Rhonedal en overnachtte in diverse berghutten onderweg. Daarna reisde ik door naar Bellwald voorbij Brig en had een leuke week met mijn familie in het voormalige familie-chalet "Buckli". Terug in Nederland wandelde ik in het najaar in etappes van het Noord-Groningse Nieuwerschans naar de Duitse plaats Kleeve achter Nijmegen via het zogenaamde "Noaberpad".
Verder verdeed ik mijn tijd in deze periode met televiisiekijken, lezen, puzzelen en luieren. In december ging ik samen met mijn vriendin Ank nog een kleine weekje naar Schiermonnikoog waar we zoals eerder geweldig logeerden bij hotel van der Werff. In januari 2015 was er nog net tijd voor de jaarlijkse ski/bridge uitspatting met mijn vrienden Benno, Huub en Jaap-Jan, dit keer voor de 22e keer.
Eind januari was het weer tijd om wat aandacht te besteden aan mijn bootje. De vliegreis van Amsterdam naar Panama verliep niet geheel probleemloos. In Amsterdam reeds vroeg de baliejuffrouw van United Airlines naar mijn retourvlucht vanuit Panama. Ik vertelde haar dat Panama mijn eindbestemming was en legde uit dat ik terugging naar mijn boot. Dat was volgens haar niet mogelijk en ik zou daar tijdens mijn tussenlanding in Houston problemen mee krijgen. In Houston wilden ze me inderdaad niet laten vertrekken zonder een uitreisticket uit Panama. Ik had nog een half uur voor de boardingtijd en ik kon niets anders doen dan online een enkele reis boeken van Panama naar San Jose in Costa Rica a reason van 500 USD. Pisnijdig was ik, ze (United Airlines) verkopen je zonder iets te zeggen een retourticket Panama-Amsterdam en als het op vliegen aankomt zeggen ze ijskoud dat dat niet mogelijk is. Ik ben nog steeds bezig om te proberen het geld voor de ongebruikte ticket naar Costa Rica teug te krijgen; ik denk dat ik weing kans heb. Als ik op Tocumen Airport in Panama City land staat daar Roosevelt, een grote zwarte taxichauffeur mij op te wachten. Hij is een relatie van Chuy Navarro en is geregeld om mij op te pikken. Chuy is de Mexicaan aan wiens mooring Suluk 8 maanden heeft doorgebracht nabij het eilandje Taboga. Roosevelt vertelt mij onderweg dat hij 72 jaar oud is en 19 kinderen heeft bij 3 verschillende vrouwen, zijn jongste zoon is 7 jaar oud (!). Zijn huidige vrouw is 40 jaar oud maar ze hebben besloten niet meer kinderen te nemen. Hij brengt mij naar het Beach House Hotel in La Playita waar ik heb gereserveerd. De volgende ochtend neem ik de ferry naar Taboga en wordt daar opgewacht door Chuy, die mij met zijn dinghy naar Suluk brengt. Aan boord is alles in orde en er is geen zichtbare schade ontstaan. Ik reken af net Chuy en ga aan de slag om Suluk weer zeewaardig te maken. Er is natuurlijk wat schimmelige aanslag ontstaan in dit warme vochtige klimaat, maar dat laat zich gemakkelijk verwijderen. De motor start gelijk en de accu's zijn goed op spanning gehouden door de zonnecollectoren. Op maandag 1 februari laat ik de mooring los en vaar ik terug naar La Playita bij de uitgang van het Panamakanaal en ga weer voor anker in de baai aldaar.
Er liggen al weer zo'n 40 jachten die zich allemaal aan het voorbereiden zijn op de voortzetting van hun reis naar de Pacific, de Atlantic of naar het Noorden richting de USA of Canada. Iedere ochtend om 08.00 LT is er een VHF-net op kanaal 74 waar informatie wordt uitgewisseld en waar kontakten worden gelegd. Ik ga aan de slag met wat reparatieklussen en maak een afspraak met de Balboa Yachtclub om uit het water te gaan om te "knippen en te scheren", wat zoveel betekent als het onderwaterschip schoonmaken en het aanbrengen van nieuwe anti-fouling. Op 16 februari ben ik aan de beurt en op hoog water vaar ik in een botenwagen die op rails staat. Als Suluk aan beide kanten is gezekerd wordt de wagen naar boven getrokken en kom ik droog te staan. Ik heb 2 Panamezen ingehuurd die mij helpen en gedrieen vallen wij aan om het onderwaterschip te ontdoen van een 2 centimeter dikke laag aangroei. Het zijn vooral schelpdieren van ongeveer 2 centimeter doorsnede (barnacles) die zich gretig hebben vastgezet op mijn onderwaterscheepje in de anderhalf jaar tijd sinds ik in juni 2013 in Dintelmond tewater ging. Geen plekje hebben ze onbedekt gelaten. Met grote schrapers en plamuurmessen worden ze van de romp verwijderd. Wat achterblijft moet nog met schuurmachines worden weggeschuurd. Na 2 dagen is de romp helemaal schoon en kan de anti-fouling in 2 lagen worden aangebracht. De anti-fouling had ik voor een zacht prijsje (130 USD/gallon) op de kop getikt bij een Duitser die werkte bij een lokale scheepswerf. Boven de waterlijn wordt nog gecleaned en gewaxt en na 3 dagen gaat Suluk als herboren te water. Mijn helpers Casi en Roberto (zie foto) hebben zich waargemaakt. Op 19 februari op hoog water gaat Suluk weer drijven. De totale schade bedraagt 1200 USD en ik denk dat dat het waard is. Ik vaar weer terug naar de ankerplaats in La Playita en hervind mijn plekje dichtbij de haveningang en de breakwater. Die avond is het weer de wekelijkse "pizza-night" in een restaurantje op de kade en ontmoet ik mijn collega-cruisers. De daaropvolgende weken besteed ik aan het aanvullen van de voorraden voedsel, drank, water en dieselolie. Op 7 maart informeer ik mijn familie van mijn reisplan en mijn aanstaande vertrek en op maandag 9 maart haal ik het anker op en vertrek richting de Marquesas Islands op ongeveer 4000 mijl naar het Zuid-Westen. Ik moet als eerste door de "doldrums" zien te geraken, deze strekken zich grofweg uit van 5 graden Noord tot aan 5 graden Zuid, dus zo'n 600 mijl. Dat wordt waarschijnlijk heel veel motoren. Daarna pak ik de tradewinds weer op met konstante ZO-winden van zo'n 20 knopen, met zo nu en dan een squall. Als het echt tegenzit in de "doldrums" kan ik uitwijken naar Ecuador om opnieuw diesel te tanken. De Galapagos sla ik in principe over vanwege alle heisa met vergunningen, visa, regels en hoge kosten. Als alles goed gaat ben ik voor eind april op de Marquesas en horen jullie opnieuw van mij.
Solong Piet
Geen opmerkingen:
Een reactie posten